Deze week vierden we in België de ‘Tax Liberation Day’ (DM 8/8). Volgens een studie van Ernst&Young begint een typische werknemer in België vanaf die dag ‘voor zichzelf’ te werken, en niet meer voor de overheid. Tax Liberation Day valt in de Europese Unie het laatst in België.
Hieruit zou men kunnen besluiten dat de belastingdruk het hoogste is in België. Maar dat is niet zo: de studie bekijkt enkel de arbeidslasten voor een ‘typische’ werknemer; het gaat dus niet om de totale belastingdruk, noch is het geaggregeerd voor alle werknemers. De totale belastingdruk is weliswaar hoog in België, maar lager dan in de Scandinavische landen en Frankrijk. En meer dan in vele andere landen krijgen bepaalde categorieën van werknemers in België een loonsubsidie, waardoor het vergelijken van ‘typische’ werknemers van verschillende landen niet het volledige verhaal vertelt.
Ik stel me ook vragen bij de meerwaarde van de rangschikking. Zo zijn de werknemers in de landen met de laagste arbeidslasten niet te benijden: Cyprus staat aan kop, daarna volgen Ierland, Malta, het Verenigd Koninkrijk en Bulgarije. En in Spanje vieren ze Tax Liberation Day een maand eerder dan in Duitsland en bijna twee maanden eerder dan in België. Maar welke werknemer verkiest de Cypriotische of Spaanse situatie boven de Duitse of de Belgische?
Voor de werknemer is het bovendien belangrijker hoeveel hij netto ontvangt en wat hij daarmee kan kopen. In een eigen analyse op basis van geaggregeerde cijfers van de Europese Commissie vergeleek ik de arbeidslasten in België met onze vier buurlanden en drie Scandinavische landen. Ook uit deze cijfers blijkt dat de arbeidslasten voor de Belgische werknemers het hoogst zijn. Maar het loonaandeel in de economie is in België ook zeer hoog. Als je dat meerekent, samen met de btw en andere vormen van belastingen, dan komen de Belgische werknemers wat betreft de netto koopkracht op de vierde plaats op een totaal van acht landen, vóór Nederland en de Scandinavische landen.
En ook met deze rangschikking is lang niet het laatste woord gezegd. Stel bijvoorbeeld dat in Finland kinderopvang door overheidssubsidies heel goedkoop is voor werknemers; dat betekent dat werkende koppels met kinderen hiervoor weinig kosten moeten maken. In België kan kinderopvang heel duur zijn, wat het resterende besteedbare inkomen sterk verlaagt. Een dergelijk effect zou echter niet in de cijfers terug te vinden zijn. En het is ook niet eenvoudig om dat mee in rekening te brengen: is een typische werknemer iemand met of zonder kinderen?
Het is dus heel moeilijk om na te gaan welke werknemers beter af zijn. Toch heeft Tax Liberation Day ook zijn nut, omdat die jaarlijks gemaakt wordt, waardoor de evolutie in kaart gebracht kan worden. Zo blijkt dat Tax Liberation Day in België dit jaar 3 dagen later valt dan vorig jaar: de arbeidslasten zijn dus gestegen. En dat is waarschijnlijk niet in de juiste richting, omdat de meeste economen voor België een verschuiving willen van de belastingdruk, weg van arbeid. Dat de arbeidslasten gestegen zijn is volgens mij dan ook de voornaamste boodschap van deze studie.
Deze tekst verscheen eerst in De Morgen.