Brussel-Halle-Vilvoorde heeft gisteren in België voor een dramatische wending gezorgd. De gedachte die bij mij overheerst is hoe het mogelijk is dat een dergelijk relatief mineur probleem al de andere problemen kan overheersen. Zelfs Bart Maddens verbaast er zich in zijn boek ‘Omfloerst Separatisme’ enigszins over: “Weliswaar ijvert de Vlaamse Beweging sinds jaar en dag voor de splitsing van BHV, maar de Vlaamse partijen hebben daar nooit echt een punt van gemaakt.” Tot voor 2002 was dit een “sluimerend probleem”, aldus de flamingantische politicoloog.
Anno 2010 valt de federale regering over dit tot voor kort sluimerend probleem. De verklaring wordt onder meer gegeven door te verwijzen naar de verschillende publieke opinies die ervoor zorgen dat de politici divergerende belangen hebben. Vlaamse en Franstalige politici kennen elkaar niet meer en communiceren nog minder. Daarbij wordt gezegd dat BHV een symbooldossier geworden is waarin emotie belangrijker is dan de rede. Al deze en andere redenen zijn ongetwijfeld relevant, maar er wordt vaak aan een meer basale reden voorbijgegaan en dat is geld.
De Franstaligen vrezen dat de splitsing van BHV het begin inluidt van andere splitsingen, zoals de sociale zekerheid, en uiteindelijk ook de splitsing van België (een aantal Vlaamse partijen hopen dit trouwens ook).
Bij een splitsing van België zouden de Franstaligen de transfers van Vlaanderen verliezen. De ramingen van de transfers liggen ver uiteen en variëren van een paar miljard euro tot 10 miljard euro per jaar. Hoe hoger deze transfers, hoe meer de Franstaligen te verliezen hebben en hoe hardnekkiger ze elke stap in de richting van een gesplitst België zullen tegenhouden. Het was dan ook op zijn minst tactisch ongelukkig toen begin 2005 het Vlaams-nationalistische N-VA stuntte door met 11,3 miljard euro nepgeld naar Wallonië te trekken om zo de transfers van Vlaanderen naar Wallonië aan te klagen. 11,3 miljard nepgeld zal de Vlaming misschien warm gemaakt hebben voor een onafhankelijk Vlaanderen, maar bij de Franstaligen kwam de boodschap juist omgekeerd aan: 11,3 miljard euro te verdelen over 4 miljoen Franstaligen is wat ze te verliezen hebben als België zou ophouden te bestaan. Dat is bijna 3.000 euro per persoon, of meer dan 10% van het Franstalige BBP wanneer België zou splitsen.
Een verarming met meer dan 10% van het Franstalig BBP is twee- tot driemaal het verlies door de huidige economische crisis, nota bene de zwaarste crisis die we kennen sinds de Tweede Wereldoorlog. Het is mijns inziens de voornaamste verklaring waarom de Franstaligen zo halsstarrig te keer gaan dat zelfs een gematigde Vlaamse partij zoals Open VLD haar geduld verliest. Daarbij is het belangrijk te weten dat België zodanig georganiseerd is dat elke gemeenschap een vetorecht heeft. Voor elke wet is dus het akkoord nodig van de Franstaligen. En voor de volledigheid: dat weten de partijen van het voormalige kartel CD&V/N-VA maar al te goed, ook tijdens de aanloop van de federale verkiezingen in 2007, toen CD&V-kopman Yves Leterme met een ronduit populistische communautaire agenda naar de kiezer trok. Medelijden met de aartsmoeilijke positie waarin de man ongetwijfeld zit, is dus niet nodig. Hij heeft het zelf gezocht.
Het doembeeld van een verarming van 10% van het Franstalig BBP is dan ook de reden dat de Franstaligen bereid zijn om heel België mee te sleuren in een toestand die ongetwijfeld onze welvaart zal verminderen (zo bleek er gisteren al een klein verhogend effect op de rente voor Belgisch overheidspapier te zijn). Zolang die vermindering van welvaart minder groot is dan 10%, loont het voor de Franstaligen om ‘non’ te blijven zeggen. De Vlamingen hebben dan weer veel te winnen met een splitsing: 11.3 miljard euro verdeeld over 6 miljoen Vlamingen of een kleine 2.000 euro per persoon. Maar deze winst voor de Vlaming is een derde kleiner dan het verlies voor de Franstalige. Daarenboven weegt verlies psychologisch zwaarder door dan winst, waardoor het normaal is dat de Franstaligen meer kosten willen dragen om een verandering te willen tegenhouden, dan de Vlamingen om een verandering door te drukken.
Kortom, het is overduidelijk dat de Franstaligen veel te verliezen hebben bij elke stap naar de verdere ontmanteling van België en dat ze dit met veel meer energie zullen bevechten dan de Vlamingen. Er zal enkel een splitsing van BHV en -bij uitbreiding- een staatshervorming komen als Vlaanderen de nadruk legt op de potentiële efficiëntiewinst indien er hervormd wordt. Tevens moet Vlaanderen de Franstaligen de garantie geven dat de solidariteit tussen de Belgen (grotendeels) behouden blijft. Op tactisch gebied moeten de Vlamingen bovendien aantonen dat de transfers helemaal niet zo groot zijn, waardoor het eventuele verlies voor de Franstaligen beperkter lijkt. Anders blijft het simpelweg ‘non’.
Deze tekst is eerder verschenen als column bij Liberales.