Het afgelopen jaar heeft het idee van een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen heel wat aandacht gekregen. Het wordt al vele jaren verdedigd door de Belgische filosoof Philippe van Parijs en de ondernemer-politicus Roland Duchatelet. Recent heeft de Nederlandse opiniemaker Rutger Bregman zich tot de voorstanders bekeerd en ook Peter De Keyzer, hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis, is gewonnen voor een basisinkomen. Panorama wijdde er op 18 december een reportage aan.
De voorstanders hebben een verschillende achtergrond en zonder twijfel verschillende redenen om te pleiten voor een basisinkomen, maar een terugkerend argument is dat een basisinkomen rechtvaardig is, omdat elk individu genoeg middelen krijgt om te leven. Het werkt bovendien bevrijdend voor het individu: je zal je leven kunnen inrichten zoals je dat zelf wil. Het zou dus een aantrekkelijk idee moeten zijn voor liberalen.
Ik heb echter vier bezwaren. Die gaan over de betaalbaarheid, de radicaliteit van een (hoog) basisinkomen, de rechtvaardigheid en het zogenaamde bevrijdende aspect van een basisinkomen.
1. Betaalbaarheid
Ik heb in een eerdere blogpost een ruwe schatting gemaakt van de betaalbaarheid van een basisinkomen van 1000 euro per maand voor elke volwassen Belg. De totale bruto uitgave is jaarlijks 103 miljard euro, maar een groot deel van de overheidsuitgaven, zoals pensioenen en werkloosheiduitkeringen, worden in grote mate vervangen door een basisinkomen. Toch is er een financieringstekort van 19 tot 35 miljard euro naargelang het basisinkomen als inkomen onbelastbaar of belastbaar is. Dat is een tekort van 5 tot 9 procent van het BBP wat overeenkomt met één à twee keer de toekomstige vergrijzingskost. Mijn analyse is slechts een ruwe schatting, omdat ik geen data heb over welk individu welke uitkering krijgt en omdat het model statisch is: het houdt geen rekening met gedragseffecten. Mensen zullen met een basisinkomen immers volgens de pessimisten minder en volgens de optimisten meer werken. Uiteraard is dit sterk afhankelijk van de hoogte van het basisinkomen.
Als de grootte-orde van mijn berekening correct is en als de gedragseffecten niet significant zouden zijn, dan moet er dus een extra financiering gevonden worden van één of twee keer de toekomstige vergrijzingskost. Dat is problematisch (als dat niet zo zou zijn, waarom maken we ons dan überhaupt zorgen over de toekomstige vergrijzingskosten?).
De panorama-uitzending ging uit van een veel hoger basisinkomen, namelijk 1500 euro per maand. Volgens de analisten in de reportage leverde dit een financieringstekort van 91 miljard euro op. Dat vingen ze op met extra belastingen van 95 miljard euro of bijna een kwart van het BBP, met onder meer een vermogensbelasting die 29 miljard euro moet opbrengen en een verhoogde BTW, goed voor 16 miljard euro extra. Extra belastingen ten belope van bijna een kwart van het BBP: dat is politiek en economisch totaal niet haalbaar. En dat is een understatement.
Bovendien werd er ook in de panorama-uitzending geen rekening gehouden met gedragseffecten, terwijl die effecten bij dergelijke radicale ingrepen zonder twijfel heel belangrijk worden. Het is immers waarschijnlijk dat er minder (belastbaar) werk verricht zal worden als er een basisinkomen van 1500 euro per maand gegeven wordt. En ook de extra belasting van 95 miljard euro zal voor enorme gedragseffecten zorgen.
En dat is dan nog enkel als België geïsoleerd bekeken wordt. Maar een (hoog) basisinkomen zal ook heel wat mensen uit andere landen aantrekken. Dat kan veel extra werkkrachten opleveren, maar even goed vooral mensen die met het hoge basisinkomen genoeg hebben en dus niet zullen werken en bijdragen. Ook hiermee werd geen rekening gehouden.
Dergelijke radicale ingrepen zonder gedragseffecten in rekening te brengen zijn dan ook onvoldoende en zouden een goede factcheck niet mogen passeren. Dat is wat de voorstanders van een basisinkomen dan ook dringend moeten doen: een degelijke en realistische analyse maken van de financierbaarheid. Wat Panorama toonde is dat niet.
2. Radicaliteit
Bovendien zijn de veranderingen die in de Panorama-reportage worden voorgesteld zo radicaal dat ik sowieso tegen de invoering ervan ben, juist omwille van die radicaliteit. Radicale veranderingen klinken misschien wel moedig en nodig, maar ze lijken te ontkennen wat onze maatschappij op dit ogenblik bereikt heeft: we hebben een sterk uitgebouwde sociale zekerheid en een zeer competitieve economie die een ongekende welvaart produceert.
Maar belangrijker, als je pleit voor radicale veranderingen dan ontken je de complexiteit van onze maatschappij. Die complexiteit zorgt ervoor dat het een onmogelijke opdracht is om juist in te schatten waarom we de hoge welvaart produceren die we op dit moment produceren. Geen enkel economisch model kan dat vatten en het is bijvoorbeeld ook de reden dat de toekomstige economische groei zo moeilijk te voorspellen is en dat we een vrijemarkteconomie verkiezen boven een planeconomie.
Door die complexiteit kan je dan ook onmogelijk voorspellen wat al die gedragseffecten zullen zijn als een hoog basisinkomen wordt ingevoerd dat dan nog eens hoge extra belastingen nodig heeft. Het is alsof er een nieuwe blauwdruk van onze maatschappij wordt gecreëerd waarvan de afloop per definitie onvoorspelbaar is.
De complexiteit van onze samenleving, die ook onze hoge welvaart mogelijk maakt, zorgt ervoor dat de gedragseffecten van een hoog basisinkomen, zoals 1500 euro per maand, en de bijbehorende financiering onmogelijk in te schatten zijn. Voorstanders van een basisinkomen beperken zich dan volgens mij dan ook het best tot een bescheiden basisinkomen, van de orde-grootte van 1000 euro per maand, waarvan de gedragseffecten beter (voldoende?) ingeschat kunnen worden.
Aan alle pleitbezorgers van radicale veranderingen zou ik dan ook wat meer bescheidenheid willen toewensen in wat kenbaar is (en wat meer onbescheidenheid in wat onkenbaar is) en een grotere appreciatie van de standaard die onze maatschappij heeft bereikt.
3. Rechtvaardigheid
Een meer directe kritiek op het basisinkomen is dat het elk individu evenveel geeft per maand. Dit lijkt zeer rechtvaardig, maar dat is het volgens mij niet. Ga je een gezonde volwassene net evenveel geven als iemand die zijn hele leven in een rolstoel moet zitten? De kosten die de twee moeten maken om min of meer dezelfde levensstandaard te kunnen bereiken zijn grondig verschillend.
Rechtvaardig is inderdaad om gelijke gevallen gelijk te behandelen, maar ook om ongelijke gevallen ongelijk te behandelen. Het is een fundamentele kritiek op de rechtvaardigheidstheorie van John Rawls die aan elk individu evenveel “primaire sociale goederen” wilde geven. Amartya Sen bekritiseerde dit al in zijn lezing Equality of what? uit 1979, waarbij hij het voorbeeld van de kreupele gaf.
Het is volgens mij dan ook in essentie onrechtvaardig om individuen die duidelijk meer nodig hebben om dezelfde levensstandaard te bereiken evenveel te geven. Ik twijfel er niet aan dat mensen als Philippe van Parijs deze kritiek kennen en ewel een antwoord op hebben, maar het is zeker geen voorwerp van debat in de huidige discussie over het basisinkomen.
Meer concreet vraag ik me af aan wie het basisinkomen van pakweg 1000 € per maand ten goede zal komen. Voor zij die een overheidsuitkering hebben van minstens 1000 euro (werklozen, gepensioneerden, invaliden,…) zal er niets veranderen. Voor zij die een overheidsuitkering hebben van minder dan 1000 euro per maand wordt de situatie verbeterd. Maar ook voor zij die géén overheidsuitkering hebben, dus alle werkenden en studenten. Voor hen verbetert de situatie met 1000 euro (bruto of netto?) per maand.
Cijfers op individueel niveau ontbreken mij om de analyse te maken, maar het zou best eens kunnen dat de studenten, de midden- en hogere klasse de grootste winnaars zullen zijn van een basisinkomen. Zou dat de bedoeling zijn?
4. Vrijheid
Ten slotte, een belangrijk argument van de voorstanders van een voldoende hoog basisinkomen is dat individuen dan eindelijk echt vrij zullen zijn om hun leven in te richten zoals ze dat zelf willen. Je zal werk kunnen aanvaarden als je dat echt wil en niet uit noodzaak. Gedaan met de loonslavernij. Meer nog, het zal misschien wel het ondernemersschap in elk van ons aanwakkeren, waardoor de economie groeit.
Het is een aantrekkelijke gedachte, maar ze overtuigt me niet. De argumentatie die voorstanders aanhalen is dat we iedereen een basisinkomen kunnen geven omdat we met zijn allen toch al rijk genoeg zijn.
Ik ben het ermee eens dat we op een zeer hoog welvaartsniveau zitten. Zo hoog dat Keynes 80 jaar geleden dacht dat we nu slechts 15 uur per week zouden werken, omdat de productiviteitsgroei er voor zou zorgen dat we alle basisbenodigdheden en meer zouden kunnen produceren tijdens die 15 uur. Keynes heeft gelijk gekregen wat betreft de productiviteitsgroei, maar niet wat betreft de werkweek van 15 uur.
Maar waarom zou je als individu niet zélf beslissen om veel minder te werken? In 1980 was het BBP per persoon in België 21000 euro; in 2014 is dat 33700 euro (telkens in euro’s van 2010 – bron: Ameco). In 1980 was men dus 37% armer dan vandaag. Je zou dan de volgende redenering kunnen volgen: als je genoegen zou nemen met een leven dat gemiddeld was in pakweg 1980, dan kan je het vandaag rooien met een werkweek die 37% korter is. Als een werkweek 38 uur is, dan kan je vandaag een levensstandaard van 1980 bereiken met 24 uur per werkweek.
Bovendien worden veel goederen en diensten die nodig zijn om “het goede leven” te kunnen leiden in grote mate gefinancierd door de gemeenschap, zoals gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid. Daar kan vandaag in België iemand die een levensstandaard heeft van 1980 vaak net zoveel gebruik van maken als iemand met een levensstandaard van 2014.
De reden dat we blijkbaar geen genoegen nemen met de levensstandaard van 1980 kan te vinden zijn in het feit dat we de huidige levensstijl effectief noodzakelijk achten voor “het goede leven”. De vraag is dan wat men in 1980 niet had dat nu zo noodzakelijk is om “het goede leven” te kunnen leiden. Ik denk aan internet, laptop en smartphone; al bij al relatief goedkoop. Wat nog? Ik denk niet aan duur en frequent reizen, dure auto’s, uitgebreide garderobe, frequent restaurantbezoek, pretparken, groot en afgewerkt huis.
Het zou ook kunnen dat in vergelijking met de jaren ’80 weinig of geen zaken bijgekomen zijn die we echt nodig hebben om “het goede leven” te kunnen leiden en dat we met zijn allen in meer of mindere mate een bepaalde sociale norm trachten te volgen.
[In twee voorgaande paragrafen vraag ik me eigenlijk af wat de basic capabilities zijn die je moet hebben om “het goede leven” te kunnen leiden en of deze geëvolueerd zijn ten opzichte van de jaren ’80. Wikipedia geeft een goede inleiding van de capabilities appraoch (ontwikkeld door Sen en Nussbaum als kritiek op de rechtvaardigheidstheorie van Rawls). Ik heb over de capabilities apporach hier en hier geblogd.]
Het is dan het volgen van die sociale norm die ons onvrij maakt en die ervoor zorgt dat de voorspelling van Keynes in verband met de 15-uren werkweek niet uitgekomen is. In dat geval zal een basisinkomen weinig of niets veranderen aan die onvrijheid.
Voorstanders van het basisinkomen die het argument gebruiken dat een basisinkomen bevrijdend werkt moeten volgens mij dan ook een antwoord op de volgende vraag geven: waarom is leven volgens de levensstandaard van 1980 niet voldoende om anno 2014 “het goede leven” te kunnen leiden? Wat hebben we nu wat we in 1980 niet hadden en dat je als individu enkel kan bereiken door meer te werken?
Een ingekorte versie van deze blogpost verscheen als column bij De Tijd.
WimR
January 1, 2015 at 8:58pmToch een opmerking bij de stelling dat er een verschil van 37% rijkdom is tussen 1980 en nu. Je vergeet hierbij dat de overheid met ongeveer de helft gaat gaan lopen: dan kom je nog aan 19%. Neem dan ook nog eens de kunstmatig hoge bouwgrondprijzen die voor veel mensen de woonkost fors verhogen. Dan nog het feit dat die 37% een gemiddelde is, maar met “de rijken rijker, de armen armer” zijn veel mensen er ook minder op vooruitgegaan. Conclusie is dat voor veel mensen de reële stijging eerder rond de 10% zal liggen.
Andreas Tirez
January 4, 2015 at 11:35pmDe overheid roomde ook al de helft af in de jaren ’80, dus de stijging van het nettoloon blijft 38%. Bovendien versterkt het feit dat een overheid veel afroomt en daar dus ook veel voor teruggeeft (SZ, goederen en diensten) mijn punt: je kan met minder geld ook blijven gebruik maken van de goederen en diensten die de overheid collectief aanbiedt.
Akkoord met je punt over ongelijkheid, maar die is, althans in België, slechts weinig gestegen.
WimR
January 5, 2015 at 8:44pmJe hebt gelijk, mijn excuses.
Toch kan ik dat cijfer moeilijk verenigen met de werkelijkheid. Dat zou betekenen dat mensen in 1980 het met 1/3 minder moesten stellen. Het is een beetje hetzelfde verhaal als de groei sinds de jaren 2000 terwijl “de mensen” klagen dat de koopkracht niet stijgt…
David van Haaster
February 4, 2016 at 3:11pmEr wordt in dit artikel überhaupt geen rekening gehouden met inflatie e.d. het bbp is geen reële maat voor het aantal uur dat mensen moeten werken. Netto is de prijs wel zoveel gestegen, maar mensen kunnen met hun loon nu niet veel meer kopen dan mensen uit 1980 met hun loop, koopkracht is ongeveer gelijk gebleven dus. Als de inflatie 0% zou zijn zou er inderdaad 38% van de werkweek kunnen worden ingekort. Ik weet zelf niet hoeveel de daadwerkelijke inflatie was, maar met een werkweek van 24 uur kom je echt niet aan dezelfde koopkracht als een van 38 in 1980.
Andreas Tirez
February 14, 2016 at 9:39pmIk hou in de berekening van de stijging van het BBP per hoofd wel degelijk rekening met inflatie. Het gaat hier immers over reële groeicijfers.
Jos Gonzalez
May 26, 2016 at 4:29pmJe houdt echter nog steeds geen rekening met de Vlaamse woningprijzen die verdubbeld zijn over de laatste tien jaar. Toch een factor waar een klein deel van het nettoloon aan besteed wordt, me dunkt.
koenfucius
January 1, 2015 at 10:49pmEen nodige en goed doordachte kritiek: sommige voorstellen voor een UBI zijn inderdaad vaag en op weinig feiten gesteund, en je daagt de proponenten terecht uit tot beter becijferde voorstellen.
Er schijnt echter wel een sterke prior aan de basis te liggen van je post: het lijkt erop alsof je vertrekt van het standpunt dat een UBI niet realiseerbaar is. Dat is prima, maar de vraag is of je met een conventioneel systeem van sociale zekerheid de onmiskenbare uitdagingen van de komende generaties gaat kunnen blijven aangaan. Er is niet alleen de vergrijzing, maar ook de toenemende automatisering buiten de maakindustrie die mogelijk grote aantallen jobs kan vernietigen. We moeten rekening houden met een economie waarin de proportie van economisch inactieve burgers veel groter is dan ooit tevoren.
Het is best mogelijk (al stuit zelfs dát al op flink wat verzet!) de vergrijzing op te vangen door het balanceren van inkomsten en uitgaven over de gehele (volwassen) levensloop: zet de burgers ertoe aan voldoende te sparen tijdens hun actieve carrière zodat ze – afhankelijk van hun levensverwachting, de grootte van de pensioenpot, en een inschatting van de financiële noden – de middelen hebben om in comfort de laatste fase van hun leven door te brengen, zonder dat de maatschappij daartoe nog moet bijdragen.
Maar wat met mensen die niet of nauwelijks een baan kunnen vinden? Conventionele sociale zekerheid biedt geen oplossing op de schaal die nodig zal zijn. Nu werken de meeste mensen het grootste deel van hun carrière, en via hun SZ bijdragen verzekeren ze zich voor relatief korte en zeldzame potentiële werkloosheidsperiodes. De enkele outliers die hun leven lang nauwelijks werken vormen misschien politiek een probleem, maar financieel-economisch zijn ze insignificant. Wanneer miljoenen mensen echter nauwelijks of niet aan de bak komen werkt een verzekeringsmodel niet meer. Er is nu al toenemende politieke druk om uitkeringen voor langdurig werklozen terug te schroeven, en het gaat om een onbeduidend percentage van de beroepsbevolking. Wanneer het structureel moeilijk gaat worden voor 10, 20 of zelfs 47% (http://goo.gl/BJOvF4) van de bevolking een job te vinden, dan los je dit niet meer op aan de hand van de sociale zekerheid.
Vandaar dat het belangrijk is nu alternatieve modellen te onderzoeken met een meer positieve instelling: voor mij is het beter energie te stoppen in het nagaan van hoe (bijvoorbeeld) een UBI wel zou kunnen werken, dan in het formuleren van redenen waarom een UBI niet kan. Het is dus een beetje jammer dat het optimisme dat je in eerdere posts toonde rond de vergrijzingsproblematiek wat zoek is wanneer het om een UBI gaat.
Laat mij proberen een wat positiever licht te werpen op de thema’s die je in je vier bezwaren aanhaalt.
1. Betaalbaarheid
Je berekeningen vormen een goede basis (en tonen aan dat het niveau van een eventueel UBI een kritisch gegeven is). Een kritischer persoon dan ikzelf zou je echter kunnen betichten van het opzetten van een stromanargument: wat je aantoont is dat het introduceren van een UBI volgende week, onder de huidige fiscale condities, in België, erg moeilijk zou liggen. Maar er is ook niemand die een dergelijke radicale introductie voorstelt.
Nemen we een wat verderstrekkende kijk op de economie. Als die inderdaad gaat groeien in de mate die je suggereert in je stukken over de vergrijzing, dan is het niet onmogelijk om geleidelijk aan een deel van de toenemende welstand te kanaliseren naar wat uiteindelijk een UBI kan worden. Iedereen zal dan nog steeds beter af zijn dan vandaag. Maar zoiets moet worden gepland, omdat je anders inderdaad met het probleem zit dat je aanhaalt: een gat in de begroting van de orde van 5-10% van het BBP, dat je enkel kunt dichten via een monumentale tax lift.
Naast het beheren van de economische groei over een langere periode is er nog een tweede aspect dat je over het hoofd ziet. Het overheidsbeslag in België is hoog in voor wat de burgers ervoor terug krijgen, in vergelijking met de buurlanden. De efficiëntiewinst die hier mogelijk lijkt kan ook worden aangewend om voor een deel een UBI te financieren zonder nieuwe belastingen nodig te maken.
2. Radicaliteit
Ik ben het met je eens dat een basisinkomen van het niveau dat in het recente Zwitserse refendum werd aangekaart niet alleen zeer moeilijk te betalen zou zijn, maar ook een zeer groot effect zou hebben op de totale arbeidsactiviteit. Maar ook hier lijk je het hele UBI concept te verwerpen op basis van manifest onrealistische parameters.
Eén van de redenen voor het invoeren van een UBI is precies het versterken van de prikkel om te werken voor mensen die (nu) van een uitkering leven (en die nu vaak financieel gestraft worden wanneer ze aan het werk gaan), niet het omgekeerde. Dat zet meteen een bovengrens op het UBI die ergens in de buurt van de armoedegrens zou moeten liggen. Ik denk niet dat complexiteit een specifiek probleem is (toch niet wanneer het UBI voldoende laag is): de gedragseffecten bij mensen die nu rond de armoedegrens leven bevatten niet zoveel mysterie.
Een realistisch UBI hoeft noch radicaal te zijn in zijn parameters, noch in het introductieproces.
3. Rechtvaardigheid
Het argument van de kreupele zoals je het aanhaalt is, wel, eigenlijk een beetje kreupel. Het UBI heeft niet als doel een gelijkwaardig nut te verschaffen aan elke burger. Wanneer een kleine minderheid van de burgers specifieke noden heeft, dan lijkt het me niet aangewezen die mee te nemen in het UBI, maar om die op een andere manier te verrekenen, bijvoorbeeld door een universele verzekering voor (gezondheids)zorg.
Aan wie komt een UBI ten goede? In de eerste plaats aan de maatschappij, en dus aan alle burgers. Wie er netto de meeste baat bij heeft is een eenmalige vraag, omdat je onvermijdelijk de vóór en ná situaties gaat zitten vergelijken. Uiteraard gaat iedereen die nu noch een inkomen heeft, noch steun geniet profiteren van de introductie van een UBI – studenten, huisvrouwen en –mannen, bijvoorbeeld. Maar ik denk niet dat een goed gestructureerd UBI de midden- en hogere klassen de grootste winnaars zou maken: hoe hoger het inkomen, hoe hoger immers de betaalde belasting (zelfs bij een vlaktaks).
4. Vrijheid
Dit is het punt waar ik het sterkste mee instem, en het zwakste onder de argumenten pro-UBI. Ik denk niet dat een UBI de sociale normen zal gaan overschaduwen (dat is overigens ook een van de redenen waarom ik er niet voor vrees dat een UBI, althans op een goed gekozen niveau, tot een massale uitstap uit de arbeidsmarkt zou gaan leiden). De vrijheid die het UBI biedt ligt hoofdzakelijk aan de marge: wie niet wil werken hoeft het niet te doen, en is aan niemand rekenschap verschuldigd. Maar omdat die vrijheid dus geen sterk argument voor een UBI is, zijn de tegenwerpingen hier naar mijn mening ook van weinig gewicht.
Andreas Tirez
January 5, 2015 at 12:00am(Koen, je reactie verdient eigenlijk een nieuwe blogpost, maar omdat ik vrees dat het dan weer maanden/jaren wordt uitgesteld hier alvast een repliek.)
Wat betreft mijn prior: ja, ik ben wel wat geprikkeld/geërgerd door het feit dat de financierbaarheid (en de gedragseffecten) zo weinig aandacht krijgen door de voorstanders van een basisinkomen. De Panorama-reportage, die een onrealistische berekening gaf en besloot dat een basisinkomen van 1500 euro per maand te fiancieren is, heeft die ergernis niet verminderd…
Dat de toenemende mate aan automatisering in de maakindustrie (en elders!) grote aantallen jobs zal vernietigen, is volgens mij ook een zeer waarschijnlijk scenario. Dat dit zal leiden tot een grotere proportie van economisch inactieve burgers dan ooit tevoren: daar ben ik niet zeker van. Ik wil dat eerst zien en geloven. Waarom zou het deze keer anders zijn dan 100-200 jaar geleden met de industrialisatie en de verloren gegane jobs in de landbouw? Als dus het groter aantal inactieven de reden van een UBI is, dan wil ik eerst zien dat er effectief een groter aantal inactieven zal zijn.
Trouwens, als dat wel zo zou zijn, wordt de financierbaarheid nog moeilijker, want dat betekent dat de welvaart gecreëerd zal worden door een relatief kleinere groep mensen, die dus (nog) hogere belastingen zullen moeten betalen (Hollande-taks proporties). Ik vind het rechtvaardig om superrijken meer te belasten, maar of het werkbaar is: daar ben ik minder zeker van.
Mijn argument dat we ondanks de vergrijzing niet zullen verarmen omdat de economie zal groeien maak ik enkel op macro-economisch vlak. Maar er is wel een probleem met de vergrijzing: je zal de actieven nog meer moeten belasten, wat de prikkel tot werken zal verminderen, tenzij de overheidsuitgaven elders verminderen. Dat kan door de SZ selectiever te maken (in plaats van universeler, wat een UBI zou doen!) en door mensen meer zelf te laten betalen voor diensten die ze nu gebruiken en die overheid voorziet (openbaar vervoer, cultuur, recreatie,…).
Je schrijft: “Het overheidsbeslag in België is hoog in voor wat de burgers ervoor terug krijgen, in vergelijking met de buurlanden.”. Heb je daar cijfers over? Zo’n vergelijking zijn volgens mij héél moeilijk te maken en ik zal mijn prior al kenbaar maken: ik ben zeer sceptisch tegenover mensen/organisaties die zulke ranglijstjes kunnen maken.
Als men een realistische UBI wil, kan men beginnen met het leefloon op te trekken tot de armoedegrens.
Ik geef het argument van de kreupele, omdat ik tegen de mantra ben dat alles eenvoudig geregeld moet worden. De maatschappij is complex, mensen zijn divers in hun noden en een UBI is daarvoor niet geschikt. Je zal dus inderdaad andere lapmiddelen moeten gebruiken waardoor één van de aantrekkelijke aspecten van een UBI, namelijk zijn eenvoud, al voor een deel onderuit wordt gehaald.
Het vrijheidsargument pro UBI is, als ik me niet vergis, het voornaamste argument van Philippe Van Parijs, dus zo onbelangrijk is het niet, denk ik. Misschien wel voor jou. Maar ik ben blij dat je het er (min of meer?) mee eens bent. (nochtans gaat het terug op de capabilities approach waar ik in verband met de “speedy-pass” een blogpost over schreef en waar je indertijd ook een scherpe reactie op schreef en die nog steeds een repliek verdient 😉
WimR
January 12, 2015 at 9:54pmEven op mezelf reageren…
Ik denk het antwoord gevonden te hebben in de toename van werkende vrouwen. Dit gecombineerd met een productiviteitsstijging (pakweg elk de helft) komt naar mijn gevoel al beter overeen met de werkelijkheid.
Om trouwens nog een argument te geven tegen een universeel basisinkomen: je zit met een reëel risico dat veel halftijds werkende vrouwen dan gaan afhaken, wat de financiering dan nog meer op de helling zet.
Tom Potoms
January 2, 2015 at 7:32amMet betrekking tot rechtvaardigheid en vrijheid een aantal bedenkingen.
1. De rechtvaardighedisvraag mbt handicapts etc is terecht, maar is dan ook al lang acknowledged binnen de BI-literatuur. Deze issue is o.m. bediscussieerd in Barry “Equality yes, basic income no” uit 1992. Barry beargumenteert dat Van Parijs de facto de preferenties van de `luie mensen’ aan het respecteren is, ten koste van de hardwerkenden en de gehandicapten.
Hier zijn een aantal punten bij aan te brengen:
a. Strikt genomen is de kritiek juist, een BI zonder andere hervormingen of op zichzelf genomen zou inderdaad afbreuk doen aan de intuïties van Sen (Nussbaum en anderen) rond capabilities, een benadering die mijn sympathie ook meedraagt. Daarom gaan de meeste BI-voorstanders er dan ook vanuit dat naast een BI (en dit heeft Van Parijs ook gezegd op debat) bepaalde compensaties kunnen verkrijgen, al dan niet in kind.
b. Een tweede technisch punt betreft het rechtvaardigheidscriterium die Van Parijs hanteert en waar men (vanuit literarisch& anti-paternalistisch oogpunt) sympathie voor kan hebben: die van de ongedomineerde diversiteit. Ik ha hier de details niet uitwerken, zie daarvoor Van Parijs zijn “Real Freedom” en aanverwante literatuur, maar het gaat hier om een situatie waarbij men enkel compenseert voor mensen die zich in een situatie bevinden die gedomineerd wordt op een breed spectrum van oogpunten. In die zin is ongedomineerde diversiteit ruimer dan de standaard approach binnen het sociaal-liberale egalitarisme van Rawls/ Dworkin. Iemand kan in dit opzicht bvb gehandicapt zijn, maar bvb een zeer ruim sociaal netwerk hebben die de facto in al zijn/haar noden voorziet enerzijds en een alleenstaande, verder fysiek gezonde persoon anderzijds die doodongelukkig (depressief) is. Hoe kan men eenvoudig beargumenteren (vanuit zulk ruimer perspectief) dat de tweede `beter’ af is dan de eerste?
Een standaard verwijt aan deze ongedomineerde diversiteit is dan dat dit terug paternalisme incorporeert doordat Van Parijs een correctie toevoegde om ervoor te zorgen dat men niet gevoelig is voor hetzelfde punt van kritiek die Sen aanvoerde tegen het utilitarisme: m.n. het geval van adaptationisme. Hiervoor voegde Van Parijs de volgende nuancering toe: “[society should, TP] make sure that the preferences are genuine, that they do not rest on delusion, and are consistent with full information and understanding.”
Dit neigt, aldus de critici van Van Parijs en ongedomineerde diversiteit, weer naar een introductie van paternalisme.
c. Een derde puntje (gaat ook terug op je bedenkingen rond relatie BI en vrijheid): een BI dient gezien te worden, vandaar dat het zoveel steun kan opwekken ook aan de (radicale) linkerzijde, als een middel om aan decommodificatie te doen: het onttrekken van bepaalde dienstverlening onder mensen uit de sfeer van de (geldelijk gemodereerde) ruilactiviteit. In dat opzicht betekent het dat mensen die veel thuiswerk doen of vrijwilligerswerk (indirect) in een systeem van BI gecompenseerd worden met een soort verloning. Dat maakt dat mensen ook meer financiële ruimte verkrijgen om dit soort van activiteiten te ondernemen. Bijgevolg wordt elkaar ondersteunen wars van officiële staats-of marktkanalen (de civil society) geïncentiviseerd en bijgevolg kunnen pakweg mensen met een handicap of speciale noden meer beroep doen op andere mensen en minder op (vaak inefficiënte) voorzieningen van officiële kanalen (wachtlijsten in zorg-en verplegingstehuizen etc)
Tot zover een aantal puntjes van kritiek specifiek op gehandicapte mensen (mensen met speciale noden). Puntjes b en c heb ik ook expliciet opgenomen om te wijzen op de potentieel filosofische aantrekkelijkheid die Andreas zou moeten voelen bij BI voorstellen, zeker in het licht van zijn harde kritiek op het vermeende paternalisme van officiële subsidiëring van kunst/cultuur.
Een laatste puntje:
d. Wat met de rechtvaardigheid om compensatie te koppelen aan de werkwilligheid? Klinkt zo intuïtief, maar dat is precies het vertrekpunt van Van Parijs, waar ik nog niet veel tegenkritiek op heb gehoord. Rawls neemt lesuren time op in zijn primary goods approach. Ook Dworkin met zijn cut plaatst choices (waartoe werk beschouwd zal worden) als niet-compenseerbaar. Dit soort van redeneringen maakt het veel te aantrekkelijk om dan te snel te denken in termen van eigen keuzes/verantwoordelijkheid bij situaties van werkloosheid (zien we vandaag maar al te goed in actie).
Andreas Tirez
January 5, 2015 at 12:18amHoe gaat er geoordeeld worden of er sprake is van gedomineerde of ongedomineerde diverstiteit?
Wat punt 3 betreft: dat er veel niet verloonde arbeid via een UBI toch verloond wordt: dat is net het probleem van de financierbaarheid. Je moet belastbare activiteiten hebben als je een welvaartstaat wil uitbouwen en nog meer als je een UBI wil invoeren. Met een UBI zal er daarentegen misschien meer welvaart gecreëerd worden, maar die zal misschien net tot stand komen door niet-belastbare activiteiten (zoals ruilen of vrijwilligerswerk).
Punt d snap ik niet (is me te beknopt).
paul
January 3, 2015 at 11:42amIedereen begrijpt toch direct dat dit model niet financierbaar is;.. Je moet maar 11miljoen x 12.000euro = 132miljard. Van waar zou het geld kunnen komen op een BNP van 360miljard, 100% BNP staatsschuld, en 50% loonbeslag ? Als je dit geld gewoon gaat lenen, wordt het al snel een super Keynes, waar alleen China van beter wordt, en eindig je na 2 jaar met 200% BNP staatsschulden met een economisch kerkhof…Ofwel halveer je alle ambtenarenweddes naar communistische tarieven … ofwel tarifieer je alle overheidsdiensten (onderwijs, gezondheidszorg) om maar uit te leggen dat in feite zo’n basiswedde niet anders dan een herverdeling is en een zero sum operatie. De vraag is gewoon gaat onze economie daardoor beter presteren, en hoe maak je zo’n systeem dat het de economie niet doet krimpen (niet meten op basis van BNP, maar op basis van economische output). De andere vraag is moet je dit onvoorwaardelijk financieren ?
Als je het huidige systeem bekijkt, benaderen we min of meer dat concept via kindjesgeld, minimumloon, dopgeld, etc mits een leger ambtenaren om het te controleren. Het onvoorwaardelijke zou zorgen dat je de controle niet nodig hebt. Het algemene zou zorgen dat je het inegalitaire doet verdwijnen. Maar daar stopt het. Om te voorkomen dat mensen stoppen met werken moet je aanpassingen bedenken.
De voorwaarden moeten gewoon zijn, dat je dit bedrag geleend krijgt. Werk je, dan komt uw loon als surplus en betaal je dit af via uw belastingen.. In feite is uw belastingvrij tarief uw basisloon, en alles daarboven wordt afgeroomd. Werk je niet dan cumuleert die lening tot uw dood… Maar dan nog zal het systeem niet draaien omdat een pak mensen nooit hun schulden gaan afbetalen en daar jaarlijks miljarden bij ons schuld gaat voegen. Het is in feite op die manier niet anders dan wat we nu doen. Het lijkt dus eerder een semantische discussie. De grootste fout in ons systeem is volgens mij het onvoorwaardelijke precies van het eeuwige dopgeld. Beperken in tijd is een optie, maar vooral gewoonweg een defacto tewerkstelling bij de overheid zou zaligmakend zijn. Het bevrijdt elke werkloze van de verdenking van zwartwerk. Het maakt elke controle op zwartwerk nutteloos. Het maakt elk inkomen gekoppeld is aan een tegenprestatie voor de maatschappij. En jawel de overheid moet gewoon ‘marshall plannen’ bedenken. Er zijn genoeg topics: ons eeuwig fileprobleem oplossen en versneld werken aan strategische mobiliteitsproblemen, ons energieafhankelijkheid reduceren en ons woningpark versneld BEN maken, gerechtelijke achterstand inhalen en dossiers digitaliseren, overheids databases koppelen aan privé, werk genoeg voor de boeg.
Reyer Brons
January 5, 2015 at 1:03pmIn bovenstaande blog van 31-12-2014 komt Andreas Tirez met Vier bezwaren tegen een basisinkomen. Zijn bezwaren gaan over de betaalbaarheid, de radicaliteit van een (hoog) basisinkomen, de rechtvaardigheid en het zogenaamde bevrijdende aspect van een basisinkomen.
Betreffende de betaalbaarheid stelt hij geen berekening te hebben gezien die de betaalbaarheid aantoont, als je de effecten van ander gedrag van mensen na invoering van een basisinkomen als neutraal inschat. De berekening achter de Panorama-uitzending voldoet daar volgens hem niet aan. Daar heeft hij volgens mij een punt.
Maar hij eist dat voorstanders wel zo’n berekening moeten laten zien.
Het stellen van zo’n eis is een tikkeltje onredelijk. De financiële effecten van grote projecten moeten uiteraard ingeschat worden, maar bijvoorbeeld bij infrastructurele projecten gebeurt dat meestal op een manier die achteraf twijfelachtig lijkt. Daar moeten we niet aan nee gaan doen!
Het lijkt mij evident dat het invoeren van een basisinkomen voor iedereen, van welke hoogte dan ook, bij ongewijzigd gedrag van iedereen, middelen vergt die elders gevonden moeten worden. Bij degenen die thans inkomen genieten kunnen we het basisinkomen deels of geheel compenseren door de belastingvoordelen en/of de uitkeringen te verlagen. Dat lukt niet voor degenen die thans geen enkel inkomen hebben, dus het geld daarvoor betreft extra uitgaven.
Het lijkt me voor de hand liggend dat invoering van het basisinkomen niet in één klap gaat, maar dat eerst wordt geëxperimenteerd en/of dat invoering geleidelijk plaats vindt. Dat biedt ruimte om na te gaan of de gedragseffecten inderdaad neutraal zijn. IK denk, gezien de vele kleinschalige experimenten dat de effecten positief zijn, maar of dat in onze maatschappij ook zo is moet inderdaad nog ervaren worden!
Verder is het de vraag of je erg dramatisch moet doen over het financieringsprobleem. Als we het basisinkomen gefaseerd invoeren en niet in één klap, hebben meerdere jaren de tijd om de overheidsuitgaven en/of het belastingstelsel (en de belastinggrondslagen) daaraan aan te passen.
Het bezwaar van Andreas Tirez tegen de radicaliteit is vooral een bezwaar tegen invoering in één klap, wat inderdaad een bijna ongekende revolutie zou zijn. Zijn angst dat de goede kanten van onze huidige economie daarmee op het spel gezet wordt, is ongegrond als we besluiten tot een gefaseerde aanpak.
In de toelichting van zijn bezwaar betreffende de rechtvaardigheid spreekt hij de veronderstelling uit dat het basisinkomen vooral ten goede zal komen van degenen die het minder nodig hebben, zoals werkenden en studenten. Voor de uitkeringsgenieters verandert er volgens hem niets aan hun financiële toestand.
Ook hier gaat Andreas Tirez uit van neutrale gedragseffecten, terwijl evident is dat met name de uitkeringstrekkers heel anders in het leven zullen staan als ze niet om de haverklap moeten voldoen aan de eisen van de uitkeringsinstanties. En voor wat betreft betaalde arbeid: via de belastingen zal hun basisinkomen geheel of gedeeltelijk teruggehaald worden en ook werkgevers zullen rekening gaan houden met het bestaan van basisloon. Zowel het individuele als het collectieve overleg over arbeidsvoorwaarden zal heel anders gaan verlopen thans het geval is. Over gedragsverandering gesproken!
Als (of zolang) een basisinkomen niet hoog genoeg is om helemaal onbekommerd van rond te komen, lijken mij aparte uitkeringen voor bijvoorbeeld permanent gehandicapten een noodzakelijke voorziening naast een basisinkomen.
Zijn bezwaar voor wat betreft de vrijheid loopt een beetje uit in een bijna filosofisch betoog over een gewenste levensstandaard. De strenge eis aan het eind dat voorstanders van een basisinkomen hard moeten maken waarom het leven volgens de levensstandaard van 1980 niet voldoende is om anno 2014 “het goede leven” te kunnen leiden, is dan ook wat gezocht.
Wat meer praktisch lijkt me in elk geval veel vrijheid te ontstaan doordat de ‘genieters’ van de sociale zekerheid bevrijd worden van de soms draconische communicatie met de uitvoeringsinstanties.
Ik deel overigens wel de kritiek op de wat idyllische wereld die sommige voorstanders van het basisinkomen voor zich zien. Nog steeds zal zo nu en dan iemand iets moeten doen om ons ‘goede leven’ mogelijk te maken! En dat zal zeker sociale druk op blijven leveren!
Al met al ben ik niet overtuigd dat de bezwaren van Andreas Tirez hout snijden bij een verstandige invoering van het basisinkomen. Wel bij onverhoeds snelle invoering, maar dat ziet toch niemand als serieuze optie?
paul
January 7, 2015 at 12:04pmToch een opmerking: zelfs al krijgt iedereen hetzelfde inkomen, en vertrekt iedereen van 0 euro vermogen, zul je zien na 100 jaar en 3 generaties, dat de ene 10 keer rijker is dan de andere. De reden is gewoon, sparen is een keuze, en diegene die 60% sparen versus diegene die 10% sparen zul je zien dat de eerste gewoon rijker worden dan de tweede.
De vraag is wat is er nu verkeerd aan die keuze ? Sowieso is er een bepaald hoeveelheid kapitaal nodig , is er een bepaald hoeveelheid investeringen nodig, en zijn de ene meer bereid dan de andere om te investeren en te sparen. In principe zelfs hoeft niemand nog kapitaal te hebben om aan het hoofd te tsaan van een bedrijf, er zijn voldoende bedrijven waar je als CEO met een fantastische wedde aan uw trekken kunt komen.
De essentie is dat iedereen de kans moet krijgen om zoveel mogelijk en zogoed mogelijk te studeren. Dat risico’s en investeringen moeten beloond worden, en iedereen moet de kans krijgen om een investering te doen. En dat de vrije keuze en gelijke kansen van de burger bepaalt wie waar eindigt.
Jurgen Devlieghere
January 20, 2015 at 10:59pmAndreas,
Allereerst, een zeer lovenswaardig initiatief om de betaalbaarheid van een BI frontaal naar voor te schuiven als een primaire voorwaarde in het debat. Of beter, om dat debat eens te starten, want ieder blijft nu precies toch in zijn hoekje zitten.
Laat me toch alvast deze bedenkingen maken.
1) Een BI invoeren kan sowieso niet als big bang. Als het ingevoerd wordt kan je dat maar doen met een nieuwe generatie, bijvoorbeeld met de pas afgestudeerden ergens in de toekomst.
reden 1: Kinderziektes zullen moeten weggewerkt worden, neveneffecten op gedrag in kaart gebracht, en compenserende maatregelen afgestemd op de realiteit.
reden 2: zelfs al doe je nog zo best om de maatregel financieel zo neutraal mogelijk te laten zijn, er zal altijd een deel mensen wat minder verdienen in hun huidige situatie. Misschien kunnen ze het eenvoudig compenseren door 2 uur per week te gaan werken, maar feit is: het is een verandering. En zelfs al zou maar 10% van de bevolking misnoegd zijn, een periode van sociale onrust kunnen we missen.
2) De fiscaliteit – in al zijn aspecten – hoeft helemaal niet gelijk te blijven. De overheid heeft tal van knopjes om aan te draaien.
a) belastingsschijven kunnen zowel in hoogte als in percentage verlegd worden
b) RSZ kan veranderen. Niet alleen als percentage, maar niets zegt dat dit lineair hoeft te blijven. In Nederland is dat bijvoorbeeld helemaal niet zo: daar betaal je in de laagste schijven vooral RSZ (en weinig belastingen) en in de hogere schijven zit zelfs geen RSZ meer. Daar vindt men het logisch dat een geplafonneerd vervangingsinkomen gefinancierd wordt door een geplafonneerde bijdrage.
c) patronale bijdrage hoeft niet hetzelfde, en ook niet lineair te blijven.
d) kinderbijslag kan inkomensafhankelijk gemaakt worden.
enzovoort
Met al die knopjes kan je heel wat bereiken. Je kan zelfs bereiken dat er voor niemand iets verandert, en het hele systeem dus niets kost. Het enigste wat je verandert is voor situaties die nu niet bestaan: niemand gaat nu 5 uur per week (wit) werken als-ie werkloos is, want dan ben je slechter af.
Er zijn neveneffecten als je zo extreem wilt gaan. Een simulatie die ik deed had RSZ barema’s die niet monotoon stijgend waren. En dat wil je niet: want dan wordt een extra uur werken soms bestraft. Nu is dat ook zo – denk aan kwijtspelen van vb. studiebeurzen of weduwenpensioen als je net boven een grens uitkomt – maar dat soort zaken wil je er uit.
Hoe dan ook, mits de nodige veranderingen in fiscaliteit en sociale zekerheid kan je het effect zeer klein maken voor de meeste mensen. Combineer dat met een generatie die nu nog geen inkomen heeft, en je kent een vlotte invoering.
Wat verandert er dan, als je niet raakt aan het inkomen: precies de gedragsverandering. Enkele uren per week werken loont, dus startenden raken makkelijker aan ervaring. Hamburgerjobs zullen bestaan, maar zonder de perverse Duitse neveneffecten. Flexibiliteit zal van zowel werknemers als werkgeverskant gesmaakt worden. Loon naar werken wordt niet alleen het vakbondscredo van lang geleden (heel lang geleden, ik denk dat ze dat nu niet meer over de lippen krijgen), maar wordt de realiteit.
ik hoor al de kritiek dat je hiermee de belastingen verhoogt. Nu, da’s onzin: het BI compenseert de extra belastingen.
Last but not least, de gedragsverandering is ook waar veel mensen eindeloopbaan naar snakken. Die zijn veelal bereid om wat minder te verdienen op dat moment waarop ze minder kosten hebben, als ze dan een beetje minder hard moeten meedoen in de ratrace. En het op die manier veel langer kunnen volhouden.
Freddy
January 30, 2015 at 12:08pm1)Betaalbaarheid :
In de veronderstelling dat de cijfers van 35 miljard tekort kloppen bij een basisinkomen van 1000€ per maand en jaarlijks 103 miljard € betekent het dan dat maar 68 miljard € naar het basisinkomen zou mogen gaan en er dus geen enkel probleem is qua betaalbaarheid voor een basisinkomen van 660€ per maand.
Daarbij gaan we dus niet uit van de mogelijke besparingen omwille van het feit dat een basisinkomen veel eenvoudiger is dan ons huidig ingewikkeld systeem .
Daar moet als je weet dat nu ruim 1650€ per maand per persoon door de overheid word uitgegeven toch heel wat ruimte voor zijn temeer daar het basisinkomen van 1000€ in jouw voorbeeld maar per volwassene is terwijl bij die ruim 1650€ die word uitgegeven over de ganse bevolking is .
2)Radicaliteit :
Daarbij ga je enkel maar van de panorama uitzending uit, het basisinkomen kan daarentegen ook geleidelijk worden ingevoerd ,er zijn verschillende mogelijkheden hoe die word ingevoerd.
3) Rechtvaardigheid :
Geen enkele mens is gelijk;je zou dus in de redenering dat het basisinkomen niet rechtvaardig is vanwege gelijke behandelingen in ongelijke situaties nu ruim 11 miljoen verschillende systemen moeten hebben.
Daarbij zou de overheid beter weten dan het individu zelf wat goed voor je is en welke uitkering daarbij gepast is.
Lijkt me wel een eigenaardige redenering voor een liberaal en een heel zwak argument tegen het basisinkomen.
4) vrijheid :
Er is weinig twijfel dat het basisinkomen meer mogelijke vrijheid voor het individu mogelijk maakt,het is echter een bocht te ver om daarbij zomaar te besluiten dat iedereen echt vrij zal zijn.
Het individu zal daarbij zelf keuzes moeten maken wat hij wil en hoe vrij hij daarbij wil zijn.
Waarom het een bezwaar tegen het basisinkomen is lijkt me hier evenmin duidelijk.
Samengevat :
Er zijn geen 4 bezwaren , er is maar 1 bezwaar nl de betaalbaarheid bij een te hoog basisinkomen.
Er is niet eens een bezwaar tegen de betaalbaarheid van een basisinkomen.
Louis
February 4, 2015 at 6:50amHet basisinkomen werkt wel en is betaalbaar, lees dit artikel eens over echte experimenten die in Canada en elders gebeurd zijn. https://decorrespondent.nl/10/Waarom-we-iedereen-gratis-geld-moeten-geven/1044422500-cd653b15
Danny
February 25, 2015 at 11:17amIk ben niet zo hoog opgeleid dat ik alles juist bevat maar een simpele mens zoals ik kan wel dit zeggen : Het klopt dat we nu veel meer gadgets in huis hebben dan vroeger maar deze worden ons dan ook kunstmatig opgedrongen . Wanneer we iets kopen gaat er maar een fractie van de kostprijs naar het eindproduct . Het promoten bepaalt de veel te hoge eindprijs. Ten tweede moeten we afstappen van een economie die steeds maar moet groeien . Het moet minder , anders en vooral duurzamer. Wanneer ik nu iets koop is het nog voor ik de winkel verlaat verouderd. Men ontwikkelt niet iets om zolang mogelijk mee te gaan maar om zo rap mogelijk vervangen te worden. De betekenis van economie staat in contrast met de eigenlijke betekenis van het woord. Ook ben ik er heilig van overtuigd dat er genoeg is voor iedereen . Het ooit krijgen op de juiste plaats blijft helaas voor altijd een utopie.
cornelis
February 26, 2016 at 2:36pmEen basisinkomen lijkt mij een heel goed idee. Het kan de eindeloze competitie in ons leven een beetje intomen en de wereld een stukje prettiger maken voor ons allen. Hoe het betaald wordt is mij nog niet duidelijk. De opmerkingen op deze site geven ook geen inzicht. Als het betaald wordt uit het bnp dan moet men zich afvragen waar het bnp vandaan komt. Dat kan volgens mij nooit uit de dienstverlening komen, zoals dat nu vaak voor de helft gedefinieerd wordt. Dan blijft productie over. Maar is er voldoende productie in eigen economie om dit af te romen naar een basisinkomen? Moeilijk te zeggen. Ik denk dat er te weinig kennis is van de economie, en ook onder economen die tegenwoordig opgevoed zijn met neo liberale structuren, om hier gedegen antwoord op te krijgen. Mijn voorstel is om voor het invoeren van een basisinkomen eerst een generatie economen andere theorieën te onderwijzen.
smits
November 29, 2016 at 12:28pmU vraagt zich af “Wat hebben we nu wat we in 1980 niet hadden”…
mag ik het ook even omdraaien?
Wat had ik in 1980 dat ik nu niet meer heb? Elk jaar 2 paar goede nieuwe schoenen en geregeld nieuwe kleren van goede kwaliteit .Elke dag vers brood met ruime keuze aan beleg.
s’ Zondags koffiekoeken, en spaghettisaus met vlees erin.
Verwarming en electriciteit a volonté en goedkoop water. Vrienden die tijd hadden.
Voor de rest is alles ok
MVG elza