Afgelopen zondag ging de Spaanse oproerpolitie in Catalonië hardhandig tekeer. Het geweld werd door velen afgekeurd. Het schokkende van het gebruikte geweld wordt versterkt doordat het om onschuldige activisten lijkt te gaan, die enkel maar hun opinie willen uiten.
Dat is echter maar schijn, omdat het een illegaal referendum betrof, niet één of andere betoging. En een referendum is niet onschuldig in een democratie. Dat betekent niet dat de Spaanse politie dan maar disproportioneel veel geweld mag gebruiken. Maar het feit dát de politie geweld gebruikte, was in dit geval wel toegestaan. Als je aan een illegale, aangekondigde massale actie deelneemt dan is de kans groot dat de overheid oproerpolitie inzet om dat -desnoods hardhandig- te verhinderen. Zet je als activist dan toch door met de illegale actie, dan impliceert dat ook een keuze om proportioneel geweld te ondergaan. En dat de oproerpolitie vaak disproportioneel te werk lijkt te gaan, is niet enkel in Spanje het geval, maar volgens mij ook in België, hoewel ik hier enkel anekdotisch bewijs voor heb.
Niet onbelangrijk bij de afgelopen gebeurtenissen is dan ook het feit dat de Catalaanse slachtoffers van dit Spaans politiegeweld de keuze hadden om het geweld te ontlopen. Ze hadden immers gehoor kunnen geven aan de Spaanse politie om de stemlokalen te verlaten.
De meeste slachtoffers van politiegeweld hebben echter niet de keuze om het geweld al dan niet te vermijden.
In 2011 werd er een Griekse activiste in Brussel hardhandig opgepakt en geboeid aan de kant gezet. Ze werd vervolgens keihard in het gezicht getrapt door een politieman. Enkel doordat het toevallig gefilmd werd, kwam er een proces, waarbij de dader opschorting van straf kreeg. De verontwaardiging over de opschorting bleef uit.
In 2012 maakte John Vandaele voor Mo Magazine een reportage over onnodig politiegeweld door een aantal agenten van de Brusselse politie. Hij verzamelde getuigenissen van slachtoffers, vaak mensen van vreemde origine, en sprak met mensen uit het veld. Het gaat om schrijnende gevallen waarbij individuen zonder goede reden hardhandig worden opgepakt, geslagen en vernederd. De commissaris van Molenbeek en het comité P ontkenden de problematiek niet. Maar geen enkel medium pikte het op. De verontwaardiging bleef uit.
In 2010 vindt Jonathan Jacob de dood, nadat een bijzonder bijstandsteam in zijn cel passeerde. De zaak haalt een paar keer de pers wanneer de vader de gewelddadigheid van de politie aanklaagt, maar er volgt geen brede verontwaardiging over het politiegeweld. Het is pas een paar jaar later, wanneer een reportage van de VRT politiebeelden van de raid toont, dat er een brede verontwaardiging komt over de zaak. De daders worden in 2015 veroordeeld en de straf wordt in beroep bevestigd. In een opiniestuk kloeg John Vandaele de selectiviteit van de verontwaardiging aan: voor hem was het geval Jacob geen alleenstaand, uitzonderlijk voorbeeld van geweld, maar paste het in een breder patroon. Politiegeweld is veel wijder verspreid dan men vaak wil aannemen.
Het zijn verschillende voorbeelden van onnodig politiegeweld, vaak onzichtbaar en gericht tegen machteloze individuen, waardoor de impact voor de slachtoffers des te groter is. Bijgaande figuur toont de evolutie van het aantal klachten in verband met politiegeweld sinds 2010. Op basis van deze cijfers zijn er geen indicaties dat het politiegeweld de voorbije zeven jaar significant gedaald is. Politiegeweld is in ieder geval geen thema in de Belgische publieke opinie. Tenzij de voorbije dagen dan, als het elders gebeurt.
Dit is geen poging om het Spaanse politiegeweld te minimaliseren, maar wel om al het onnodige en disproportionele politiegeweld ernstig te nemen en luid en duidelijk af te keuren. Ook bij ons. Ook, nee, voorál, wanneer het minder zichtbaar is en gericht op individuen of kleine groepjes mensen.
Deze tekst verscheen eerst als column in De Tijd.