België is een topland om in te leven, dat is onmiskenbaar het geval. Maar zelfs voor de grootste optimisten is het duidelijk dat ons land hervormingen nodig heeft om dat niveau te behouden.
Hieronder geef ik een lijstje van negen structurele maatregelen die kunnen leiden tot een hogere productiviteit en dus mogelijks tot meer economische groei. Over de eerste vier heb ik al geblogd (ik geef dan een link in de titel van de maatregel), over andere zal ik dat misschien nog doen en er zijn ook wel wat maatregelen waar ik weinig details of cijfers van ken, maar waarvan ik denk dat ze belangrijk kunnen zijn. Die zijn dus eerder speculatief en komen als laatste in het rijtje.
Dit lijstje is een work in progress (of dat is toch de bedoeling) en elke feedback op deze blogpost is meer dan welkom.
Waarom per se meer groei? Omdat er in de toekomst sowieso relatief minder werkenden zullen zijn en als je wil dat onze welvaart per individu minstens behouden blijft of stijgt dan moet de productiviteit per werkende stijgen. Bovendien zal meer economisch groei ook helpen om de schuldratio te verminderen.
Maar misschien de belangrijkste reden voor meer groei is dat we volgen mij nog steeds in een wereld van schaarste leven, ook al zijn we vele keren rijker dan pakweg 100 jaar geleden. En die schaarste zorgt ervoor dat mensen zich minder goed kunnen ontwikkelen en ontplooien dan wanneer er minder schaarste zou zijn.
De maatregelen die ik voorstel zijn allen maatregelen die weinig of niets kosten (behalve maatregel drie).
Ik bespreek achtereenvolgens:
1. Ruimtelijke ordening: minder oppervlakte voor landbouw, veel meer voor natuur en beetje meer voor economie
2. Mobiliteit & veiligheid: maak de zelfrijdende auto welkom
3. Sociaal beleid: investeer in kansarme gezinnen met zeer jonge kinderen
4. Arbeidsmarkt: doorbreek loonvorming op anciënniteit zodat oudere werknemers competitief blijven
5. Mobiliteit: los de files op door een congestietaks (en hogere prijs voor openbaar vervoer)
6. Ruimtelijke ordening: laat hoogbouw toe, zodat bevolkingsdichtheid kan stijgen
7. Immigratie: laat economische immigratie toe, en verbeter en passant het beeld van de migrant
8. Bestuur: maak van Engels de vierde (administratieve) landstaal
9. Bestuur: verplicht de overheid om haar data open te stellen
(kostprijs: 0 €)
De oppervlakte die in Vlaanderen is ingepland voor landbouwactiviteiten is 58% van de totale oppervlakte in Vlaanderen. Op 18 jaar tijd is dat een daling met slechts 1,4 procentpunt. In België is het totaal 50% landbouw (Wallonië heeft nog veel bos). Nochtans levert landbouw een toegevoegde waarde van nog geen 0,7% in 2010 van het totale bruto binnenlands product (in 1980 was dat nog 1,13%). Bovendien is het dichtbevolkte België netto een exportland wat betreft landbouwproducten.
Mijn voorstel: verminder de landbouwoppervlakte en geef volgens een te bepalen verdeelsleutel de vrijgekomen oppervlakte aan natuur, economie en wonen (bijvoorbeeld 75% voor natuur, 15% voor industrie en 10% voor wonen). Een kleine oefening voor Vlaanderen moet het enorme potentieel van deze strategie aantonen. Stel dat de landbouwoppervlakte jaarlijks met 1 procentpunt daalt (op 20 jaar is dat van 58% naar 38%). Volgens de hierboven genoemde verdeelsleutel zou de de oppervlakte voor bos en natuur verdubbelen, van 15,1% naar 30,1%! De oppervlakte voor industrie zou stijgen van 4,5% naar 7,5% (stijging met 66%) en wonen van 16,7 naar 18,7% (stijging met 12%). Dat zijn enorme cijfers, zonder dat de landbouw gemarginaliseerd wordt, want nog steeds goed voor 38% van de oppervlakte.
(kostprijs: 0€)
Binnen een tiental jaren zullen auto’s, bussen en vrachtwagens geen chauffeur meer nodig hebben en zelf kunnen rijden. Dat betekent een grote productiviteitswinst, want er zullen minder werknemers nodig zijn in de transportsector en voor personenvervoer. Dat is net wat we nodig hebben met de vergrijzing. Maar men kan er echter gif op innemen dat de sectoren met de sterkste vakbonden, zoals de staatsmaatschappij De Lijn, deze ontwikkeling het langst zullen trachten tegen te houden. Zie bijvoorbeeld wat er nu met Uber en Airbnb gebeurt.
Mijn voorstel: voer in België nu al een pro-actief beleid voor de zelfrijdende auto. Er zijn nu al drie staten in de VS waar een zelf-rijdende auto toegelaten is. Laat België het eerste Europese land zijn. Tevens moet beleid nu al rekening houden met effecten op bijvoorbeeld parkeren om onnodige investeringen te vermijden. En vergeet niet het belangrijkste effect: go for zero verkeersdoden is dan geen utopie meer.
(kostprijs: ja, dit gaat wel wat kosten, maar wordt meer dan terugverdiend op termijn)
Heckman is een arbeidseconoom van de Chicago-universiteit en Nobelprijswinnaar voor zijn werk in de econometrie. De onderstaande grafiek vat het onderzoek van Heckman en anderen perfect samen. De grafiek komt uit een presentatie van het Hiva. Het geeft het rendementsverloop van investeringen in kansrijke en kansarme kinderen volgens de leeftijd van het kind waarop de investering gedaan wordt. Als kinderen heel jong zijn (0 tot 3 jaar) is investeren in kansarme kinderen duidelijk efficiënter dan te investeren in kansrijke kinderen. De efficiëntie van de investeringen daalt voor beide categorieën van kinderen, maar daalt sneller voor kansarme kinderen. Op de leeftijd van ongeveer 8 jaar zou het efficiënter zijn om in kansrijke kinderen te investeren.
Investeren in kansarme gezinnen met zeer jonge kinderen is niet alleen rechtvaardig, maar ook efficiënt: de investeringskosten zullen dubbel en dik terugverdiend worden. Heckman spreekt van een jaarlijks rendement van 7%.
Kostprijs van deze maatregel is zeker niet nul, zou zelfs een paar honderd miljoen euro per jaar mogen (moeten!) kosten, maar het zal dus dubbel en dik terug verdiend worden. Tenminste, als het onderzoek van James Heckman ook van toepassing is op België. Dit is dus ook een pleidooi voor meer onderzoek naar voorschoolse ondersteuning van kansarme gezinnen.
Bron: Hiva
(kostprijs: 0€)
Het grote probleem van België is volgens mij het einde van de loopbaan. We stoppen in België veel sneller met werken, waardoor onze pensioenlasten voor de overheid hoog zijn, zonder dat de pensioenen zelf hoog zijn. Hierdoor heeft de overheid relatief veel inkomsten nodig, terwijl minder mensen bijdragen, waardoor de loonkost per werkende hoger is dan elders.
Om dat te verhelpen moet de loonvorming op basis van anciënniteit doorbroken worden. Nu is het immers zo dat de lonen in België blijven stijgen met anciënniteit (zie grafiek), veel meer dan in andere landen (behalve in Frankrijk), waardoor oudere werknemers zichzelf uiteindelijk uit de markt prijzen (zoals in Frankrijk). Als ze dan werkloos worden, blijven ze dat (of gaan ze op brugpensioen).
De laatste jaren is de werkzaamheidsgraad van de oudere werknemers al gestegen. Maar dat is in andere landen ook zo. België haalt dus niet in, of onvoldoende. Om het proces te versnellen, zou de bruto loonkost van de oudere werknemers moeten dalen.
De verkeerde manier om dit aan te pakken is om oudere werknemers selectief belastingsverlagingen te geven. Dan betalen de overige belastingsbetalers immers de rekening, iets wat we ons niet kunnen permitteren. De bruto loonkost van oudere werknemers moet verlaagd worden, zonder deze selectieve belastingsverlaging, wat zal resulteren in een lager nettoloon voor oudere werknemers dan nu het het geval is (dat is volgens mij meteen ook de reden dat geen enkele politieke partij expliciet pleit voor het doorbreken van loonvorming op anciënniteit).
Ik ben er wel van overtuigd dat het doorbreken van loonvorming op anciënniteit een langzaam proces moet zijn, omdat de financiële plannen van een individu ook op zeer lange termijn wordt uitgevoerd.
5. Voer een congestietaks is, verhoog prijzen openbaar vervoer en maak prijszetting openbaar vervoer flexibel
(kostprijs 0€ – kan zelfs opbrengen, maar is niet het doel van de maatregel)
Er is de voorbije maanden wel wat gediscussieerd over een congestietaks (ook ‘stadstol’ of ‘rekeningrijden’ genoemd). België blijkt dan ook veel files te hebben. Brussel en Antwerpen zouden wereldwijd zelfs aan de top staan van het aantal uren dat men in de file staat. Dat zorgt voor een economische kost, waarvan ik denk dat die moeilijk te becijferen is. Je moet dan immers berekenen welke economische activiteiten er allemaal niet kunnen uitgevoerd worden door die files.
Maar het is duidelijk dat de wegcapaciteit sub-optimaal benut wordt als er files zijn. Dat kan makkelijk opgelost worden door te laten betalen tijdens het spitsuur op plaatsen die anders congestie zouden hebben.
Een congestietaks is jaren geleden ingevoerd in Londen en Stockholm. De Oeso heeft een interessante, niet-wetenschappelijke publicatie hierover. Ik ken tot nu toe geen enkele serieuze econoom die ertegen is.
Een congestietaks zou de druk op het openbaar vervoer verhogen. De prijs van openbaar vervoer moet dan ook naar omhoog. Dat moet misschien sowieso gebeuren, aangezien NMBS en de De Lijn een lage kostendekkingsgraad hebben (dit zou respectievelijk 25% en 10-15% zijn).
Tevens zou ook een flexibele prijszetting van het openbaar vervoer moeten ingevoerd worden, waarbij men meer betaalt tijdens spitsuren en minder tijdens daluren (of spitsdagen en daldagen, zoals nu al deels voor de trein met het weekendbiljet). En uiteraard moet ‘gratis’ afgeschaft worden.
Op deze manier zal veel meer de totale prijs betaald worden voor mobiliteit, dus ook de negatieve externe effecten die mobiliteit veroorzaken zullen vergoed worden. Mobiliteit zal dus onmiskenbaar duurder worden, maar ook efficiënter.
Bovendien zullen veel gebruikers van het wegennet en het openbaar vervoer de congestietaks proberen te vermijden (wat net de bedoeling van de maatregel is!). Er zal dus wellicht meer telewerk zijn, maar ook carpoolen zal een vlucht nemen. Uber en andere deeldiensten zullen ervoor zorgen dat de congestietaks die je betaalt gedeeld wordt door 2, 3 of 4, naargelang het aantal mensen waarmee je de auto deelt.
Wat betreft de invoering van de juist prijs voor de congestietaks: laat dat aan technocraten over en laat hen de flexibiliteit om de juiste prijs “uit te proberen”, namelijk die prijs die net zoveel mensen aantrekt zodat de capaciteit maximaal benut wordt, zonder dat er files ontstaan. Dat zal wat ‘trial & error’ zijn, maar dat is niet erg.
6. Laat hoogbouw toe
(kostprijs: 0 €)
Volgens de theorie van de economische geografie zijn er positieve externaliteiten aan bevolkingsdichtheid: als mensen dichter bij elkaar wonen, stijgt de economische activiteit. Volgens de onderzoekers Thisse en Thomas stijgt de productiviteit met 3 tot 8 procent als de werkgelegenheidsdichtheid verdubbelt.
Economische activiteit gebeurt voornamelijk in clusters. Die clustervorming is zeer moeilijk, zoniet onmogelijk, te sturen. Wat de overheid kan doen is clustervorming zo makkelijk mogelijk te maken, zonder ze te proberen sturen. Hoogbouw toelaten is een dergelijke maatregel.
En kan er iemand een reden geven waarom hoogbouw niet toegelaten zou zijn? Vinden we de skyline van New York niet fantastisch? Waarom zou dat niet in Brussel of Antwerpen kunnen?
7. Economische immigratie
(kostprijs: 0€)
We hebben sinds jaren een immigratiestop. De migratie die lang wel nog relatief makkelijk was, was gezinshereniging. Dus niet uit economische gronden. Er is momenteel eigenlijk wel nog een mogelijkheid voor economische migratie, maar dan enkel voor werknemers die een jaarloon krijgen van ongeveer 50,000 euro of meer (vind niet onmiddellijk een link). Dat zijn dus erg weinig gevallen (kent iemand cijfers?).
Daarom moet België terug volop voor economische migratie kiezen: mensen mogen naar België komen om te wonen, te werken, te leven, eventueel Belg te worden, op voorwaarde dat de migrant vaardigheden heeft die de Belgische economie goed kan gebruiken (ingenieurs, verplegend personeel, technisch geschoolden,…).
Dat is niet enkel goed voor de Belgische economie, maar ook voor de economische migrant. Hij of zij wordt hier immers ingeschakeld in een productief systeem, waardoor de vaardigheden van de persoon veel beter kunnen benut en gevaloriseerd worden.
Gary Becker, de onlangs overleden bekende econoom, heeft een interessant voorstel gedaan om een markt voor economische migratie te creëren door de visa te veilen.
Een belangrijk neveneffect van economische migratie is bovendien dat de migrant veel positiever zal bekeken worden.
8. Engels als administratieve taal
(kostprijs: heel wat extra administratiekosten die jaar na jaar moeten gemaakt worden)
Geen idee wat dit van extra groei zou kunnen opleveren, maar stel dat alle wetgeving en alle contacten met een overheid in België ook in het Engels kunnen verlopen? Zou dat geen grote drempel wegnemen voor internationale bedrijven om zich in België te vestigen, en voor buitenlandse werkkrachten om hier te komen wonen en werken? Het zou een onmiskenbaar signaal zijn dat België gastvrij is. En op termijn zou Engels de vierde landstaal kunnen worden. Op die manier zouden Vlamingen en Franstaligen een taal hebben om te communiceren.
Engels als vierde landstaal staat wellicht haaks op de conservatieve en nationalistische reflex om per se de moedertaal te beschermen. Gevoelsmatig begrijp ik die reflex: ik kan me ook het beste uitdrukken in mijn moedertaal, hoeveel Engels ik ook al gelezen, geschreven en gesproken heb.
Maar voor toekomstige generaties kan dat anders zijn. En is er iemand die het spijtig vindt dat we in onze contreien geen Keltisch meer spreken?
9. Open data
(kostprijs: overheden moeten data beschikbaar stellen; geen idee wat dit kost)
Open data zijn een beetje een hype, maar dat betekent niet dat het geen potentieel zou hebben. The Economist schreef een veelbelovend artikel: als de overheid haar data beschikbaar zou maken, dan zou dit heel wat innovatie kunnen genereren.
Veel meer weet ik er eigenlijk niet van. Het zal een bijkomende stap zijn in de IT-revolutie die volgens mij nog volop moet beginnen.