Vroegtijdige schooluitval aanpakken is belangrijker dan kortere werkweek

Het voorstel van PS-voorzitter Elio Di Rupo om de werkweek te verkorten zal de werkloosheid niet terugdringen. Het probleem ligt in de grote schooluitval.

Het nieuwe boek van Elio Di Rupo kreeg de afgelopen dagen heel wat aandacht, ook in Vlaanderen. Daar moest vooral zijn voorstel voor een vierdagenwerkweek om de werkloosheid te bestrijden het ontgelden. Academici zoals Stijn Baert (UGent) en Ive Marx (UAntwerpen) waren bijzonder scherp. Volgens de eerste is het duidelijk dat de PS geen moer om de werkgelegenheid in Wallonië geeft, de tweede stelde dat de socialistische partij de trappers helemaal kwijt is.

Het is inderdaad contraproductief om de hoge werkloosheid in Franstalig België aan te pakken door arbeid duurder te maken. Enkel als de arbeidsduurverkorting niet leidt tot duurdere arbeid, door bijvoorbeeld het loon constant te houden en productiviteitsgroei om te zetten in meer vrije tijd, is het voorstel realistisch.

Bovendien kan je je de vraag stellen of het gebrek aan jobs het grootste probleem is in Franstalig België. Is het wel zo dat mensen die nu geen werk hebben, de jobs zullen innemen die vrijkomen door een arbeidsduurverkorting (als er al veel vrijkomen)? Het is verre van zeker dat veel van de huidige werklozen daarvoor de juiste vaardigheden hebben.

Mocht dat wel het geval zijn, dan zou de arbeidsmobiliteit van Wallonië, met een werkloosheid van net boven 10 procent, naar Vlaanderen, met een werkloosheid van nog geen 5 procent, wellicht veel groter zijn. Brussel, met een werkloosheid van bijna 17 procent, heeft die arbeidsmobiliteit zelfs niet nodig omdat in Brussel veel jobs beschikbaar zijn. Helaas hebben vele Brusselse werklozen niet de juiste kwalificaties, waardoor veel Vlamingen en Walen pendelen naar een Brusselse job.

Een gebrek aan de juiste vaardigheden bij veel werklozen is een belangrijke verklaring voor de verschillende werkloosheidscijfers in België. De bijgaande figuur, over de vroegtijdige schooluitval van 18- tot 24-jarige jongens en meisjes in de drie gewesten, geeft daarvan een indicatie. Een vroegtijdige schooluitval betekent dat die jongeren de middelbare school niet afgemaakt hebben. Dat percentage is in Wallonië de helft hoger dan in Vlaanderen, in Brussel meer dan het dubbele. De kloof tussen meisjes en jongens is wel het grootst in Vlaanderen, ook hier is dus nog werk aan de winkel.

figuur

Het Franstalig onderwijs levert dus een minder gekwalificeerde uitstroom op, ook al is dat in de drie gewesten de jongste vijftien jaar aan het verbeteren. Professor Wouter Duyck (UGent) gaf aan dat een Franstalige 15-jarige gemiddeld zelfs een vol jaar cognitieve achterstand heeft op zijn Vlaamse tegenhanger. Dat dat zich uit in lagere tewerkstellingscijfers hoeft niet te verbazen in een economie die almaar betere cognitieve vaardigheden vraagt.

De sociaal-economische achtergrond van de scholieren speelt ook een rol in de verschillen tussen de gewesten, zeker in Brussel. Kinderen uit rijke gezinnen doen het overal beter en Franstalig België kent, onder meer door de hogere werkloosheid, meer arme gezinnen dan Vlaanderen. Maar zelfs als je corrigeert voor die achtergrond, doen de Franstalige scholen het gemiddeld minder goed.

Dat blijkt althans uit een paper van de economieprofessor Vincent Vandenberghe (UCL) uit 2010, waarin hij de oorzaken voor het kwaliteitsverschil in het onderwijs onderzoekt. Vandenberghe stelt dat er een relevant verschil is in het beheer van de scholen, wat een belangrijke oorzaak kan zijn van het kwaliteitsverschil – dat al midden jaren 50 zou ontstaan zijn, lang vóór de eerste staatshervormingen. In Vlaanderen is het vrije onderwijs – waar scholen veel autonomie hebben – dominant, terwijl het Franstalige onderwijslandschap diverser is, met minder autonomie en een hybridere beheersstructuur. De onderzoeker pleit er daarom voor om het schoolbeheer aan te pakken.

Een grotere vrijheid voor scholen zal in de strijd tegen werkloosheid ongetwijfeld meer nut hebben dan een vierdagenwerkweek, zelfs zonder loonbehoud.

Deze tekst verscheen eerst als column in De Tijd.