Stijgende misleidende overheidsuitgaven – deel 3

Zie hier voor deel 1 en deel 2.

Ivan Van de Cloot heeft gereageerd (Update: link werkt niet meer) op het feit dat ik stel dat het gebruik van nominale cijfers misleidend is als je de stijging van overheidsuitgaven van landen met elkaar wil vergelijken. Ik stel dat je de nominale cijfers moet corrigeren voor inflatie en economische groei.

In deze blogpost schrijf ik hierop een reactie, waarbij ik me focus op de cijfers die Van de Cloot gebruikt. De discussie aanzwengelen over cijfers is zowat de bedoeling van deze blog. Dat deze blogpost al de derde tekst is over dit specifieke onderwerp bekijk ik dan ook als een succesje…

In de blogpost van Van de Cloot worden twee figuren getoond met de stijging van de overheidsuitgaven (2012 ten opzichte van 2007), waarbij België telkens als grootste stijger uitkomt. De eerste figuur toont de procentuele verandering van de nominale overheidsuitgaven van 12 landen en de Euro12; de tweede figuur uit de blogpost geeft de reële cijfers met het gebruik van de HICP als deflator, nu van 13 landen en de Euro12. De selectie van landen bestaat uit eurolanden, de UK en de VS.

Van de Cloot toont geen figuur  met overheidsuitgaven gemeten als aandeel van het BBP, wat volgens mij moet, maar zegt wel dat hij een dergelijke figuur toont in de pdf waar hij naar linkt. Hij schrijft: “Uiteraard kan het ook nog interessant zijn om naar de wijziging van de overheidsuitgaven te kijken als % van het bbp. Dit doe ik ook in de nota waarvan de link verder wordt meegegeven.” Ik denk dat hij grafiek 5 bedoelt uit de pdf.

Ik heb een aantal opmerkingen op het gebruik van de cijfers, zowel met de twee figuren uit de blogpost als met grafiek 5 uit de pdf (als het die figuur is die bedoeld wordt). Ik behandel ze hieronder.

De eerste figuur geeft 12 landen en de euro12, dertien in totaal. De tweede figuur geeft 13 landen en de euro 12. Het land dat mankeert op de eerste figuur is Finland. Ik geef dezelfde figuur maar dan met Finland erbij. Ik geef ook nog Denemarken en Zweden. De landen die Van de Cloot gebruikt zijn in het blauw (behalve België: in het rood). Zweden en Denemarken zijn in het zwart. Finland is ook blauw met een zwarte rand om dat dit land eens wel en eens niet voorkomt in de twee figuren van Van de Cloot.

Dat geeft volgende resultaat voor de nominale cijfers: België staat nu niet op de eerste plaats maar op de tweede, na Finland.

nominal

Zoals in de twee eerdere blogposts vermeld, is het gebruik van nominale cijfers om de stijging van overheidsuitgaven te vergelijken tussen landen misleidend. Je moet ook corrigeren voor inflatie en economische groei.

In de tweede figuur corrigeert Van de Cloot voor inflatie. Hij gebruikt echter de HICP: de geharmoniseerde index van consumenten prijzen. Dat is een prijsindex voor de gehele EU die de ECB gebruikt. Het is dus geen inflatie-index per land. Terwijl je dat net nodig hebt: je wil de reële overheidsuitgaven van verschillende landen vergelijken en dus moet je ook de reële uitgaven, zonder het effect van de prijsstijging, van die landen vergelijken. In sommige landen is de prijsstijging hoger dan in andere landen en dus moet je ook voor elk land de prijsindex gebruiken van dat land (je kan kritiek hebben op het feit dat sommige landen een hogere inflatie hebben, maar dat is een andere discussie). Ameco, de databank van de Europese commissie geeft dan ook reële cijfers met een prijsindex per land, de GDP deflator. Dat geeft onderstaande figuur. In de figuur van Van de Cloot met de HICP stond België op de eerste plaats, nu op de tweede plaats.

[UPDATE: Van de Cloot zegt wél de HICP per land te gebruiken. De verschillen tussen de twee figuren zijn dan te verklaren doordat ik de GDP deflator gebruik in plaats van de HICP. De databank van de Europese Commissie (Ameco gebruikt de GDP deflator om te corrigeren voor inflatie – zie rubriek 16.2]

reeel

Je moet echter volgens mij de overheidsuitgaven nog eens corrigeren voor de economische groei door de overheidsuitgaven te beschouwen als aandeel van het BBp. Ivan Van de Cloot is het er in ieder geval mee eens dat het de moeite waard is om naar dit cijfer te kijken. Hij geeft echter geen figuur in zijn blogpost en in de pdf waarnaar gelinkt wordt vind ik slechts één figuur met overheidsuitgaven uitgedrukt in procent van BBP, namelijk grafiek 5 en die grafiek geeft enkel van België de evolutie van de primaire overheidsuitgaven van 2000 tot 2012 (over die grafiek of heb ik in het verleden ook al geblogd).

Als je de stijging van de overheidsuitgaven als aandeel van het BBP wil vergelijken, dan kan je de procentuele stijging of de procentpunt stijging geven. Ik denk dat er voor beide manieren iets te zeggen valt en dus geef je ze misschien best alletwee (zoals beschreven in mijn tweede kritische blogpost ivm nominale overheidsuitgaven).

De figuur hieronder geeft de procentuele stijging. België staat nu op plaats zes (plaats 5 als Denemarken en Zweden niet beschouwd worden).

procentueel

 

De procentpunt verandering geeft de volgende figuur. België staat nu op plaats vier (plaats 3 als Denemarken en Zweden niet beschouwd worden).

procentpunt

Het mag duidelijk zijn: er is wel degelijk een verschil als je overheidsuitgaven nominaal geeft of uitgedrukt in BBP. Als je overheidsuitgaven wil vergelijken dan doe je dat niet op basis van nominale cijfers. Bovendien is het nog maar de vraag hoe slecht het is dat overheidsuitgaven sterk stijgen tijdens een economische crisis. Over deze twee zaken schreef ik al in de eerste blogpost over dit onderwerp.

Tot slot nog eens wat ik op het einde van die eerste post schreef: “Met deze kritiek op het gebruik van nominale cijfers of op de stijging van de overheidsuitgaven wil ik niet zeggen dat er geen probleem is met overheidsuitgaven in België. Dat kan zeker het geval zijn, maar daar kan je op basis van deze cijfers onvoldoende goed over oordelen, ook niet als ze gecorrigeerd zijn voor inflatie en economische groei: overheidsuitgaven op zich zeggen immers niets.” Polariserend? Ik denk het niet.

Leave a Reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.