Dit is te verklaren door de quotaregeling: de gevestigde ‘oude’ mannen doen er alles aan om op hun plaats te blijven zitten, waardoor partijen verplicht zijn vrouwen als nieuwe kandidaten op de lijst te plaatsen (wat juist de bedoeling is van de quota). Maar aangezien nieuwe kandidaten vaker jong zijn, werd er bij de jongeren overmatig veel vrouwen gerekruteerd (wat niet de bedoeling is van de quotaregeling). Het ironische van de hele anti-discriminatiemaatregel is dat er een nieuwe discriminatie ontstond.
Deze nieuwe discriminatie van jonge mannen was waarschijnlijk onvermijdelijk om het politieke mannenbastion te doorbreken. Toch is het duidelijk dat de maatregel te ver is doorgeschoten, omdat er nu méér jonge vrouwen zijn dan mannen. En deze nieuwe vrouwelijk parlementsleden zullen hun positie net zo verdedigen als de oude mannelijke garde, waardoor er na verloop van tijd een overwicht zal komen van vrouwen. Dus in plaats van de quotaregeling nog even aan te houden om de magische grens van 50 procent vrouwen te bereiken, moet ze direct afgeschaft worden. En eigenlijk is het al te laat, want zelfs al worden de quota nu afgeschaft, dan nog zal men door de demografische evolutie in de toekomst een periode hebben waarin er een meerderheid van vrouwen in het parlement zetelt.