De Tijd schreef vorige maand dat Nederland België macro-economisch met 4-0 naar huis speelt. De crisis was in Nederland dan misschien wel langer en dieper, maar het herstel verloopt nu een stuk sneller, klonk het.
Dat werd geïllustreerd met vier grafieken over werkloosheid, begrotingssaldo, bbp-groei en overheidsbeslag. Telkens met cijfers voor de periode van 2007 tot 2017. Ik heb wat kritische bemerkingen bij de grafieken, maar vraag me ook af of de impact van de crisis nog relevant kan zijn voor het beleid.
Het is belangrijk om voor ogen te houden wat er vergeleken wordt. Het ging De Tijd niet om het feit dat Nederland het economisch beter doet. Daar bestaat weinig discussie over, denk ik. De oefening ging om de manier waarop de twee landen de crisis hebben aangepakt en doorstaan. Dat is ook de reden waarom er vergeleken wordt met 2007. De prestaties uit het verdere verleden zijn dus irrelevant in deze oefening.
Als we met 2007 willen vergelijken, moeten we dus de verandering bekijken, en niet het niveau. Het klopt dat de werkloosheid in België nog altijd fors hoger is dan in Nederland, maar tegenover 2007 is ze wel slechts met 0.4 procentpunt gestegen, tegenover 1,1 procentpunt in Nederland.
Een andere kritiek gaat over het begrotingssaldo van de twee landen. Dat zal dit jaar in Nederland weer een evenwicht vertonen, terwijl er voor België een tekort van 2,3 procent voorspeld wordt. Toch is de vraag of de verandering van de schuldratio geen betere indicator is. Het is best mogelijk dat het begrotingssaldo beter is, maar dat de schuldratio stijgt, omdat je je kapot bespaart. Als je de verandering van de schuldratio bekijkt zal België, met een stijging van de schuldratio met 20 procent van het bruto binnenlands product (bbp), het nagenoeg even goed doen dan Nederland, met een stijging van 19 procent.
Groeicijfers
Ook de gekozen economische groeicijfers zijn vatbaar voor kritiek. De Tijd toont de jaarlijkse groeicijfers van het bbp en constateert dat die in 2017 hoger liggen voor Nederland dan voor België. Maar als je naar het bbp per capita kijkt en vergelijkt met 2007, blijkt België nog steeds een halve procent meer te zijn gegroeid dan Nederland.
België heeft de crisis dus beter doorstaan dan op basis van de grafieken van De Tijd blijkt. De vraag is wat de relevantie nog is. We zijn nu 2017m bijna 10 jaar na de start van de financiële crisis en vier jaar na de tweede dip in 2013. Als de economische prestaties in de toekomst tegenvallen, kan de schuld minder en minder aan die vermaledijde bankiers gegeven worden.
De crisis uit het verleden mag geen excuus meer zijn om het grote probleem van onze economie aan te pakken, en dat is de werkgelegenheidsgraad. Daar is Nederland nog steeds gidsland: in 2015 werkte 74% van de beroepsbevolking, overigens een lichte daling tegenover 2007. In België is dat 62 procent, nagenoeg constant tegenover 2007. Dat blijft een enorme kloof met Nederland.
Die kloof wordt vooral veroorzaakt in de groep van 55 tot 64-jarigen. De bijgaande grafiek toont dat de werkzaamheidsgraad in deze leeftijdscategorie sterk is gestegen in België: van 34% in 2007 naar 44% in 2015. Maar in Nederland steeg deze werkzaamheidsgraad nog ietsje meer: tot bijna 62%.
Dat de werkzaamheidsgraad bij de 55-64-jarigen blijft stijgen, is zonder meer een goede zaak. Het is noodzakelijk indien België op langere termijn in de buurt wil komen van Nederland wat betreft macro-economische prestaties. De focus van deze regering op het einde van de loopbaan mag dan ook niet verslappen, en wint steeds meer aan belang in vergelijking met het bestrijden van een crisis uit het verleden.
Deze tekst verscheen eerst als column in De Tijd.