Paul Krugman blogde afgelopen vrijdag nog maar eens over één van zijn stokpaardjes: in de huidige crisis presteert de economie onder haar potentieel. Dat komt voornamelijk doordat er onvoldoende vraag is naar goederen en diensten (vraaguitval): bedrijven en gezinnen consumeren te weinig. Als de overheid dan ook nog minder gaat uitgeven, dan daalt de vraag nog meer en wordt de crisis alleen maar erger.
Voor Krugman is het dan ook duidelijk: overheden die het zich kunnen permitteren mogen niet besparen, maar moeten juist meer uitgeven. En zelfs als de overheid niet op de meest efficiënte manier geld uitgeeft, dan nog is dat geen argument: ook uitgaven aan onzinnige dingen kan op korte termijn de economie helpen, en in dit geval ook op lange termijn. Krugman stelt -provocerend- dat een valse dreiging van buitenaards gevaar zou kunnen helpen omdat de extra militaire uitgaven de economie terug op gang kunnen trekken. Keynes gaf een gelijkaardig voorbeeld over het maken van putten om ze gewoon terug op te vullen.
In zijn blogpost van afgelopen vrijdag verwijst Krugman naar de jaren ’30: als je denkt dat de depressie van toen mede werd verholpen door de extra militaire uitgaven in aanloop van de Tweede Wereldoorlog, dan bevestig je de bovenstaande redenering. Sterker nog, dan zeg je dat zelfs uitgaven aan destructieve zaken, zoals wapentuig, in een bepaalde context een recessie kunnen verhelpen.
Broken windows fallacy
Als kritiek op het bovenstaande komt vaak de ‘broken window fallacy’ terug. Het is een bekende dwaling, die al door Frédéric Bastiat beschreven werd in de 19de eeuw. Het gaat als volgt: men zou kunnen stellen dat het voor de gehele economie eigenlijk een zegen is als er ruiten gebroken worden, want dat is stimulerend voor de economie. De ruit moet immers gerepareerd worden wat zorgt voor meer inkomsten voor de glazenmaker, die op zijn beurt dit extra inkomen kan uitgeven aan andere goederen en diensten, wat opnieuw leidt tot extra economische activiteit. Deze redenering is wat men ziet en is op zich correct, maar men ziet niet dat de eigenaar van de gebroken ruit nu minder geld heeft, en deze dus minder kan uitgeven. De meeruitgaven van de ene (de glazenmaker) worden dus gecompenseerd door de minderuitgaven van de andere (de eigenaar van de gebroken ruit). Een gebroken ruit heeft dan inderdaad noch een positieve, noch een negatieve impact op de economische groei. Maar in het geval van de gebroken ruit is de welvaart in de maatschappij wel verminderd met één ruit. Dat is de paradox die Bastiat mooi blootlegt: de economische bedrijvigheid blijft inderdaad gelijk in de twee gevallen, maar de totale welvaart is verschillend.
Als eerste punt ter verdediging van Krugman (en Keynes): er wordt niet voorgesteld om iets destructief te doen. Meer nog, het beste zou zijn om de uitgaven te besteden aan iets nuttig, zoals infrastructuur. Krugman en Keynes willen gewoon de kritiek pareren dat de overheid niet optimaal de middelen uitgeeft. Niet erg, zeggen beiden: zelfs als het onnuttig is, is het goed. Het mag alleen de groei op lange termijn niet fnuiken.
Gebroken ruiten en vraaguitval
Ten tweede zijn noch Krugman noch Keynes voorstander dat de overheid in alle omstandigheden extra uitgaven moet doen. Dat is enkel in specifieke omstandigheden, namelijk als de recessie veroorzaakt wordt door een vraaguitval. In het voorbeeld van de ‘gebroken ruit’ zal Krugman zeggen dat de glazenmaker weliswaar een gestegen inkomen heeft, maar de glazenmaker zal dit extra inkomen niet uitgeven, juist omdat gezinnen en bedrijven te weinig willen uitgeven (wat net de definitie is van een vraaguitval). En de eigenaar van de gebroken ruit zal evenmin de meerinkomsten niet uitgeven. Zou dat wel het geval zijn, dan zitten we niet in een recessie veroorzaakt door een vraaguitval.
Besparingen en lagere belastingen
Als de overheid bespaart, dan zal de vraag naar goederen en diensten dalen: bedrijven zullen dus minder inkomsten hebben. Anderzijds zal de overheid minder belastingen moeten heffen: bedrijven en gezinnen zullen dus meer inkomsten hebben. In normale omstandigheden zullen de bedrijven en gezinnen die meerinkomsten terug (deels) uitgeven, wellicht op een efficiëntere manier, waardoor de uiteindelijke economische activiteit en welvaart stijgt. In een recessie veroorzaakt door een vraaguitval zal dat niet gebeuren: gezinnen en bedrijven sparen het extra inkomen in plaats van het (deels) uit te geven. In dit geval gaat de algemene economische activiteit achteruit.
Een analoge redenering maakt Geert Janssens (VKW) in een uitstekende blogpost. Hij schrijft onder meer dit:
De besparingen van de overheid zijn het inkomensverlies van andere actoren in de economie. Waar in normale economische tijden er desondanks een positief netto-effect uitgaat van overheidsbesparingen, blijft dit effect vandaag uit omdat de private sector de daling in de overheidsuitgaven niet compenseert met meer uitgaven.
Het citaat (en de hele blogpost) hadden geschreven kunnen zijn door Paul Krugman (zei bijvoorbeeld deze post). En ja, dat is een compliment…
Koen Robeys
November 17, 2013 at 5:59pmAls mede-lezer van Paul Krugman: maar hoe weten we *dat* de crisis is veroorzaakt door “vraaguitval”, en niet door scheeftrekkingen in de kapitaalstructuur (ik probeer maar Hayek na te praten; misschien schrijf ik beter “en niet door wat de Austerians altijd als oorzaak inroepen)?
Kurt V
November 18, 2013 at 10:48amAndreas,
Dit is misschien een domme vraag, maar ik snap iets niet. Bij het Broken Window Fallacy schrijf je dit: “maar men ziet niet dat de eigenaar van de gebroken ruit nu minder geld heeft, en deze dus minder kan uitgeven.” Dat snap ik allemaal, maar ik vraag mij af hoe overheidsuitgaven hiervan verschillen.
Ik denk maar hardop he. Als de overheid meer wilt uitgeven, moeten de belastingen omhoog. M.a.w. de overheid geeft dan uit en de belastingsbetalers kunnen minder uitgeven. Een beetje zoals de ruitenmaker die meer gaat uitgeven en de ruitenkopers dus minder kunnen uitgeven.
De overheid kan ook schulden aangaan, maar die schulden komen dan ook vooral van instellingen en belatingsbetalers die dat geld dus zullen sparen in de vorm van overheidsbonds en dus dat geld ook niet uitgeven. Een beetje zoals een ruitenmaker die geld leent van zijn klanten en dat dan uitgeeft.
Ik snap het dus niet goed… maar ik ben er praktisch zeker van dat ik ook een redeneringsfout maak… Waar zit mijn fout? 🙂
ix
November 18, 2013 at 3:13pmKurt, dat geld dat de overheid leent staat nu al op spaar- en andere rekeningen (waarschijnlijk eerder grotendeels op bankrekeningen bij de ECB). Dat is dus geld dat eigenlijk niets doet. Dat zie je dan ook gebeuren in een economie waar de vraag stilvalt, opeens beginnen alle banken dan enorm veel geld te verzamelen waar ze verder niets mee aanvangen.