Als de computer het stuur van de auto overneemt, dan komt er ook in de stad ruimte vrij voor de mens. Daarom denk je beter nu al na over hoe je je stad inricht.
Deze morgen mocht ik ‘De minuut’ inspreken, een onderdeel van het radio 1-programma Hautekiet. Ik deed er een oproep aan het Leuvense stadsbestuur om de plannen voor een grote ondergrondse parking van 22 miljoen euro in het midden van de stad te heroverwegen.
Mijn oproep heeft niets te maken met de gebruikelijke buurtprotesten over de verwachte grotere hinder die een dergelijk project met zich meebrengt, ook al lijken die protesten me in dit geval terecht. Mijn kritiek is dat het stadsbestuur een toekomstige revolutie inzake mobiliteit over het hoofd ziet, en daarmee een kans mist om het gebruik van de publieke ruimte in de stad gevoelig te verbeteren.
Sinds enkele jaren duiken er geregeld berichten op over de komst van de zelfrijdende auto. In het begin konden die berichten nog afgedaan worden als sciencefiction. Het was immers vooral een internetgigant Google die de krantenkoppen haalden. De klassieke autoconstructeurs bleken er veel minder warm voor te lopen.
Dat is ondertussen volledig veranderd. Niet enkel Google, ook Tesla en Uber werken koortsachtig aan een zelfrijdende auto. En ook de autoconstructeurs zijn op de kar gesprongen. De vraag is niet of de zelfrijdende auto er komt, maar wanneer.
Zo lanceerde Tesla vorig jaar al ‘Autopilot’, een zelfrijdende functie die kan worden gebruikt op autosnelwegen. Een autosnelweg is een van de eenvoudigste omgevingen om een auto te laten besturen door een computer, omdat er een relatief beperkte aantal en weinig complexe interacties kunnen gebeuren. Maar de race naar de zelfrijdende auto wordt nu gehouden: recent in Singapore is nuTonomy gestart, een pilootproject met zelfrijdende taxi’s van de prestigieuze Amerikaanse universiteit MIT. Ze hopen in 2019 een commerciële uitrol te doen. En Uber begint binnen een aantal weken een testproject met zelfrijdende auto’s in twee Amerikaanse steden.
Er zijn zonder twijfel nog heel wat technische drempels te overwinnen, maar dat is wellicht een kwestie van tijd. En wanneer de zelfrijdende auto er is, zal het ruimtegebruik in een stad drastisch kunnen veranderen. En dit ten goede: een studie van de Oeso schat dat in steden 80 tot 90 procent minder auto’s nodig zouden zijn, waardoor er heel wat ruimte vrijkomt door minder parkeerplaatsen te voorzien.
De publieke ruimte in steden kan dan anders ingevuld worden. Dat vergt een planning op lange termijn. Kiezen voor een ondergrondse parking is net de andere richting opgaan en staat gelijk aan gokken tegen de zelfrijdende auto, en tegen giganten zoals Google, Uber en Tesla. Het is mogelijk dat je die weddenschap wint, maar ik zou er mijn geld niet op inzetten. En zeker geen 22 miljoen euro.
Deze teskt verscheen eerst in DS Avond van De Standaard.
marc van ginderdeuren
September 19, 2016 at 3:10pmAllicht investeert Leuven die 22 mio niet zélf, maar doet een ‘gespecialiseerd’ parkeerbedrijf dat. Een paar jaar terug wilden die parkeerbedrijven in Aalst enkel in het hart van de stad investeren in een ondergrondse parkeergarage, helemaal niet aan de rand. Allicht zullen boordcomputers vooral de veiligheid van auto’s en camions significant verhogen en ons automatisch in de file – en in beveiligde corridors laten rijden.
Jo
October 1, 2016 at 7:58amBeste Andreas,
Ik lees net in DM je column over (het gebrek aan) lange termijn visie op de begroting en mijn onmiddellijke reactie is een zoektocht naar een manier om je te bereiken.
Je stuk op zich bevat zeker waarheden maar ik erger me aan de ongenuanceerde manier waarop je schrijft over het openbaar vervoer. De belastingbetaler moet ervoor opdraaien, daar komt het op neer. Voor jou zou het dus nog duurder moeten worden voor de consument.
Wel, ik neem elke dag de trein naar mijn werk. In combinatie met de fiets doe ik hier twee uur langer over dan met de wagen. Dit is echter mijn manier om niet enkel te fulmineren tegen de milieuverontreiniging maar om er ook zelf toch iéts aan te doen, Ook mijn dochters nemen fiets en bus naar hun lesplaatsen in Gent, in tegenstellling tot vele fils a papa die met de wagen gaan.
Dit vergt opofferingen, en het wordt niet au serieux genoemen door de samenleving.
Als ik naar het Depot in Leuven wil voor een concert kost me dat 24 euro voor de trein. Met de verontreinigende wagen kost me dit 7 euro. En dan spreek ik nog niet over de prijzen van vliegtuigtickets naar Berlijn of Madrid, dat is pas echt om te huilen.
U wil dus de gebruiker van het openbaar vervoer nog extra straffen voor zijn moed en goede wil.
Terwijl u met geen woord rept over de fiscale aftrek van bedrijfswagens. Over de kosten voor te dure straaljagers. Over de dure kabinetten van politici. Over de belachelijke (niet-) inning van belastingen voor sommige zelfstandigen en bedrijven. Over het misbruik van vennootschappen..
Neen, dan liever de milieubewuste pendelaar en meteen ook maar de sociale zekerheid viseren.
Blijkbaar behoort u tot het eliteclubje in Belgie dat vooral de welstand van de kaderleden, bedrijfsleiders, ceo s, politiekers,..( mss moet ik er economen bij vermelden…) wil beschermen.
Zou u niet beter eens een ecologie-blog starten? Want het is nu net die economie die een eerlijk en ingrijpend ecologisch beleid in de weg staat.
Wie kan zijn kleinkinderen later recht in de ogen kijken?
Vriendelijke groeten,
Jo
Andreas Tirez
October 12, 2016 at 12:21pmBeste Jo,
Hier heb ik meer geschreven over de kosten van openbaar vervoer (meer bepaald de trein) tegenover de kosten van de auto: http://www.economieblog.be/wordpress/de-trein-is-gemiddeld-duurder-dan-auto-is-er-echt-geen-alternatief/
Ik pleit ook voor een congestietaks (of intelligent rekeningrijden) voor wegverkeer. Zie bijvoorbeeld hier: http://www.economieblog.be/wordpress/congestietaks-voor-alle-voertuigen-wordt-onvermijdelijk/ en hier: http://www.economieblog.be/wordpress/congestietaks-is-concurrent-voor-het-spoor/
Mvg
Andreas