Met het zomerakkoord op zak lijkt de federale regering haar tweede adem gevonden te hebben. In een interview met De Tijd van afgelopen weekend blaakte premier Michel van zelfvertrouwen. Niemand noemt dit nog een kamikaze-regering.
Dat was bij de vorming van Michel I wel anders. Veel waarnemers waren het eens dat de MR een groot risico nam om als enige Franstalige partij in een federale regering te stappen, gedomineerd door Vlaamse partijen. MR dreigde een paria te worden in het politieke landschap, één tegen allen, en dreigde bij de verkiezingen in 2019 afgeslacht worden. Politieke zelfmoord, klonk het onheilspellend.
Die doemberichten blijken nu onterecht, maar dat waren ze volgens mij al van bij de start van de regering in 2014. MR trad immers, als liberale partij, in een federale regering met twee andere partijen, N-VA en Open VLD, die op sociaal-economisch vlak minstens even liberaal zijn dan MR. Bovendien had de N-VA de communautaire eisen laten varen, net om te kunnen inzetten op sociaal-economische hervormingen. In 2014 gaven de Belgische overheden 55 procent van het BBP uit en ontvingen ze 52 procent van het bruto binnenlands product (BBP) aan inkomsten. In Vlaanderen was een afbouw van de overheid een duidelijk thema bij de regeringspartijen. Zouden de kiezers van MR hun partij werkelijk afstraffen als ze de overheidsuitgaven, de belastingen en het begrotingstekort zouden verminderen?
Want dat is wat deze regering doet. De Europese Commissie voorspelt dat de uitgaven in 2018 zullen terugvallen tot 52 procent in 2018, de inkomsten zullen dalen tot iets meer dan 50 procent, waardoor het tekort van 3 procent zal teruggedrongen worden naar 1,8 procent.
Hoewel de trend van de overheidsfinanciën duidelijk is, is het minder spectaculair dan sommigen voorgespiegeld hadden. Maar spectaculaire veranderingen zijn ook niet gewenst. Het is een kunstig laveren om de overheidsuitgaven te verminderen zonder dat dit de groei al te zeer fnuikt en om tegelijk de belastingen te verlagen zonder dat het begrotingstekort stijgt. De regering zal, op basis van deze cijfers, hierin slagen. Dat de klus nog niet geklaard is, zal ongetwijfeld als argument gebruikt worden om een tweede termijn te vragen voor de regering Michel.
Bovendien wordt dit traject gerealiseerd in een context van stijgende sociale uitgaven, vooral in de pensioenen. Deze regering zal de vruchten nog niet kunnen plukken van de door haar besliste, broodnodige verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar. Die wordt in twee fasen ingevoerd, maar pas in 2025 en 2030.
Oppositie voeren tegen deze cijfers lijkt me zeer moeilijk. Het zal dan vooral gaan over de rechtvaardigheid. Zijn de inspanningen wel eerlijk verdeeld? En dat hangt af van je politieke voorkeuren. Deze regering gaat er prat op dat ze de werkenden wil ondersteunen, terwijl de oppositie de inspanningen oneerlijk verdeeld vindt. Beide standpunten zijn te verdedigen. Maar de kiezers van MR zullen hun partij allicht niet afstraffen voor de gekozen verdeling van de lasten.
Toegegeven, er zijn ook wel wat omstandigheden die onverwacht gunstig zijn voor Charles Michel en de MR. Zo bijvoorbeeld waren het vooral de Vlaamse partijen die met elkaar in de clinch gingen, wat communautair niet uitgespeeld kon worden. Ook de relatieve populariteit van Francken en Jambon in Franstalig België was van te voren niet verwacht. Ten slotte zijn er de schandalen die vooral de PS teisteren waardoor MR nu met cdH een medestander heeft in het Franstalige politieke landschap.
Het zijn stuk voor stuk onverwachte meevallers voor MR. Maar de fundamentele reden voor het succes voor MR ligt volgens mij dus elders: MR geeft met deze regering het sociaal-economisch beleid dat haar kiezers willen. En dat was al duidelijk bij de vorming van deze regering. Charles Michel is dan ook nooit een Kamikaze-piloot geweest.
Deze tekst verscheen eerst als column in De Tijd.