In de arena van het politieke debat geven mensen blijk van vergaande aannames over de menselijke natuur. Die aannames over de mens zijn bijna steeds negatief: de mens zou een puur egoïstisch wezen zijn en niet bereid om zijn medemens vrijwillig te helpen. Frans De Waal stelt in zijn boek Een tijd voor empathie dat dit niet klopt: mensen zijn “uiterst coöperatief, gevoelig voor onrecht en soms oorlogszuchtig, maar meestal vredelievend”. Het potentiële altruïsme zit er diep ingesleten en is niet zomaar een laagje beschavingsvernis. Onze aannames over de menselijke natuur zijn dan ook aan een grondige herziening toe. Empathie is natuurlijk niet de enige, dominante emotie van de mens. Ook de concurrentiedrang van mensen is heel belangrijk, maar aan die eigenschap geeft de samenleving al genoeg aandacht. Empathie en anderen willen helpen is minstens zo belangrijk. Hij onderbouwt deze stelling met de resultaten van fascinerend nieuw onderzoek naar de oorsprong van altruïsme en gerechtigheid, zowel bij de mens als bij (andere) dieren.
Frans De Waal is een Nederlands bioloog die al vele jaren in de VS onderzoek doet naar het gedrag van mensapen. Hij geldt ondertussen als een autoriteit in zijn vakgebied en Time plaatste hem in 2007 zelfs in de lijst van de meest invloedrijke personen ter wereld. In zijn onderzoek met mensapen zet hij allerlei experimenten op om na te gaan hoe primaten reageren. Zo bijvoorbeeld beschrijft hij een ruilexperiment bij kapucijnenapen. Eén aapje moest een fiche ruilen, waarbij hij de keuze had tussen een ‘zelfzuchtige’ of een ‘prosociale’ fiche. Bij de ‘zelfzuchtige’ fiche kreeg enkel het aapje dat de ruil deed een stukje appel maar het andere aapje niets, bij de ‘prosociale’ kreeg het andere aapje ook een stukje appel. De onderzoekers ontdekten dat indien de band tussen de aapjes groter was, vaker geruild werd met de ‘prosociale’ fiche. Het is verleidelijk om hieruit sterke conclusies te trekken, en ook Frans De Waal hoedt zich ervoor, maar het is op zijn minst duidelijk dat kapucijnenapen liever samen eten dan alleen.
Empathie bij dieren dat meer tot de verbeelding spreekt, komen voor in meer extreme situaties. Er zijn verhalen bekend van chimpansees die verwoede pogingen deden om een soortgenoot uit het water te helpen (chimpansees kunnen niet zwemmen) die fataal afliepen voor de redder en het slachtoffer. Ook de auteur geeft een aantal interessante voorbeelden. Deze verhalen zijn echter anekdotisch en moeten dus met wetenschappelijke scepsis behandeld worden, wat de auteur ook duidelijk aangeeft. Anderzijds zijn deze ‘anekdotes’ sterke aanwijzingen dat empathie bij dieren ver kan gaan. Trouwens, ook bij mensen zijn de spectaculairste gevallen moeilijk te herhalen in experimenten.
Vaak wordt empathie beschouwd als een complexe eigenschap, waar mensen bewust over beslissen. Maar Frans De Waal stelt dat empathie deel uitmaakt “van een erfgoed dat even oud is als de klasse van de zoogdieren”, wat van empathie een robuuste eigenschap maakt en niet zomaar een laagje vernis dat pas recent door de beschaving aangebracht werd. Wel is het zo dat de evolutie er steeds meer lagen aan toevoegde: eerst de emotionele aanstekelijkheid, vervolgens het vermogen van de troost en ten slotte de gerichte hulp, maar zelfs de buitenlagen blijven verbonden met de oerkern. En die kern is emotie: empathie voel je en is dus in de eerste plaats emotionele betrokkenheid, en geen verbeeldingskracht (wat meer cognitief zou zijn).
Maar hoe altruïstisch is het gedrag van mensen en primaten (en andere dieren) als ze er niet hebben over kunnen nadenken? Blijkbaar ligt er geen keuzevrijheid aan vooraf en kan men dus niet stellen dat een empathisch gevoelen moreel goed is. En zelfs als er wel een moment van keuze is, blijken mensen die anderen helpen een soort van warme gloed (‘warm glow’) te voelen: ze voelen zich goed door anderen te helpen. Meer nog, de auteur toont aan dat het empathisch gedrag op de lange termijn vaak positief is voor het individu. Men maakt misschien geen bewuste calculatie, maar doordat het op langere termijn nut oplevert, is dit gedrag via het evolutiemechanisme geselecteerd geweest. Frans De Waal gaat op deze problematiek in en beschrijft empathisch gedrag eerder als een welbegrepen eigenbelang: we zijn allemaal voorstanders van fair play zolang we er voordeel bij hebben. Hij gaat zelfs nog eens stapje verder door zich af te vragen waarom we het ‘zelf’ en de ‘ander’ uit elkaar moeten trekken als de verstrengeling van die twee het geheim achter onze coöperatieve natuur is.
Soms ruilt Frans De Waal zijn rol van wetenschapper voor die van maatschappijcriticus. Door zijn jarenlange verblijf als Nederlander in de VS is hij goed geplaatst om de twee continenten te vergelijken. En hij kan niet echt kiezen tussen de twee, omdat ze elk één kant van eerlijkheid benadrukken. Hij is ontstemd dat er zoveel mensen in de VS in armoede leven en dat je kansen teveel beknot worden door je afkomst; in Europa is dit veel minder het geval. Maar anderzijds kan iemand met talent en hard werk heel ver komen in de VS, terwijl er in Europa sneller afgunst bestaat voor je succes. Europa lijkt dus leefbaarder, maar de VS zijn meer stimulerend.
De auteur pleit op het einde van zijn boek voor een genuanceerde kijk op de maakbaarheid van de mens. Empathie, zo stelt hij, zit zo diep ingeworteld dat ze bijna altijd tot uitdrukking komt. Je kan ze dus onderdrukken (door bijvoorbeeld onze vijand te ontmenselijken) of versterken (door je kinderen terecht te wijzen wanneer ze speelgoed afnemen van andere kinderen). Een Nieuwe Mens scheppen is niet mogelijk, maar we zijn opmerkelijk goed in het wijzigen van de oude. Hij pleit dan ook om de reikwijdte van het medeleven te vergroten. “Het grootste probleem van dit moment (…) is overmatige loyaliteit aan de eigen natie, groep of religie. Mensen zijn in staat iedereen die er anders uitziet of anders denkt diep te verachten (…). Naties vinden dat ze superieur zijn aan hun buren, religies vinden dat hun waarheid de enige waarheid is. Als het erop aankomt, zijn ze bereid elkaar te dwarsbomen of zelfs te elimineren. (…) Empathie voor ‘andere mensen’: juist daaraan heeft de wereld een groter tekort”.
Frans De Waal, Een tijd voor empathie, Uitgeverij Contact
Dit boek werd verkozen tot ‘Liberales-boek van 2010’.
Deze boekbespreking verscheen eerder bij Liberales.