Afgelopen vrijdag schorste de Franse Raad van State het boerkiniverbod. De motivatie is duidelijk: het verbod overtreedt de grondrechten. Hoewel de Raad duidelijk is, zouden veel burgemeesters van andere gemeenten aangegeven hebben het boerkiniverbod niet te willen intrekken. Als de burgemeesters vasthouden aan hun verbod, dan ondermijnen ze daardoor de rechtsstaat, terwijl ze net onze manier van samenleven willen verdedigen.
Ook in Vlaanderen legt een organisatie al enkele jaren de uitspraken van de Belgische Raad van State naast zich neer. In 2013 en 2014 heeft de Raad geoordeeld dat het algemeen hoofddoekenverbod van het Gemeenschapsonderwijs ongrondwettig is. De uitspraken handelen telkens over specifieke scholen, omdat de Raad juridisch gezien niet anders kan, maar hij keurt wel degelijk het algemeen verbod af. Toch weigert het Gemeenschapsonderwijs tot nu toe om dat algemeen verbod in te trekken.
In deze zaak wordt overigens niet betwist dat het Gemeenschapsonderwijs de bevoegdheid heeft om eventueel een hoofddoekenverbod in te stellen. Maar die bevoegdheid moet correct uitgeoefend worden. En de Raad van State zegt duidelijk dat een algemeen hoofddoekenverbod niet kan: bij leerlingen moet een verbod de uitzondering zijn, niet de regel.
Dat betekent dus niet dat een hoofddoekenverbod nooit kan, maar de rechten en vrijheden moeten school per school afgewogen worden.
Een specifiek voorbeeld? Het Antwerpse Atheneum. In 2009 stelde die school een hoofddoekenverbod in. Met pijn in het hart, aldus de directrice. Maar ze zag geen andere mogelijkheid, omdat het aandeel moslims in haar school in korte tijd van 50 procent tot 70 procent gestegen was.
Die stijging was veroorzaakt doordat andere scholen eerst een verbod hadden ingesteld, waardoor zij die hun hoofddoek zeer belangrijk vonden van school veranderden, en uiteindelijk in groten getale naar het Antwerpse Atheneum afzakten. De school dreigde zo een concentratieschool te worden. De directie oordeelde toen dat een verbod noodzakelijk was, en zou dat nu nog steeds kunnen doen, ook als het Gemeenschapsonderwijs zijn algemeen verbod intrekt.
Als het Gemeenschapsonderwijs consequent onze manier van samenleven wil verdedigen, dan moet het ook tonen dat het uitspraken van de Raad van State opvolgt. Het trekt dan ook zo snel mogelijk het algemeen hoofddoekenverbod in. Dat belet scholen niet om toch een nieuw hoofddoekenverbod in te stellen als dat voor die specifieke school nodig is. Op die manier worden de rechten en vrijheden van iedereen zo veel mogelijk beschermd. En niet onbelangrijk: daarmee volgt ook het Gemeenschapsonderwijs de regels van onze dierbare rechtsstaat.
Deze tekst verscheen eerst als opiniestuk in De Standaard.