Het klinkt ongerijmd, maar het zou voor de N-VA nog zo gek niet zijn om het idee van een federale kieskring te steunen. Niet om zo 15 van de 150 Kamerzetels te verkiezen. Wel om dat te doen voor alle 150 zetels: een ‘zuivere’ federale kieskring dus.
Het ‘non’ van het cdH tegen de informateursnota van Bart De Wever (N-VA) was een verrassing. De nota was sociaaleconomisch gematigd. Bovendien stond er niets in over eventuele institutionele hervormingen. Nu blijkt dat dat laatste voor het cdH net het probleem was, uiteraard niet om België verder te ontmantelen, wel om het weer te versterken. Daarvoor verwees het cdH expliciet naar de invoering van een federale kieskring. De N-VA zou dat voorstel moeten steunen.
Maar voor de N-VA is dat onaanvaardbaar, wordt gezegd. Veel hangt echter af van hoe die federale kieskring wordt ingevoerd. Vaak wordt verwezen naar het voorstel van Pavia, een groep van Belgische politicologen. Hun voorstel komt erop neer dat 15 van de 150 Kamerzetels via een federale kieskring worden gekozen, waarvoor zowel Vlamingen als Franstaligen kunnen stemmen. Essentieel in hun voorstel zijn de quota: vooraf wordt bepaald dat zes zetels voor Franstaligen zijn en negen zetels voor Vlamingen.
Men kan echter veel verder gaan en alle 150 zetels via een federale kieskring laten verkiezen, zonder quota. Dat zou de ‘zuivere’ federale kieskring zijn, en hij zou sterk gelijken op het Nederlandse kiessysteem. Volgens mij kan de N-VA die zuivere federale kieskring paradoxaal genoeg wel eens steunen.
Uit een eigen simulatie blijkt dat een federale kieskring met 150 zetels zonder quota de traditionele families bij de jongste verkiezingen sterk benadeeld zou hebben, terwijl dat niet het geval zou zijn voor de N-VA. De tabel geeft in de eerste kolom het resultaat zoals het was. De tweede kolom geeft de gesimuleerde uitslag van één federale kieskring, waarbij alle partijen apart opkomen. De laatste kolom geeft het resulaat in het geval van lijstverbindingen, zoals in Nederland mogelijk is.
De liberale en socialistische families zouden bij één federale kieskring zonder lijstverbinding elk vier zetels verliezen. Ook de christen-democraten zouden één zetel verliezen. Dat verlies van de traditionele partijen is volledig toe te schrijven aan het verlies van de Franstalige partijen. Open VLD en de sp.a zouden zelfs elk een zetel winnen. De N-VA daarentegen zou stabiel op 33 zetels blijven. De winnaars zouden de PVDA/PTB en het Vlaams Belang zijn, met elke een winst van drie zetels.
Als de politieke families een lijstverbinding aangaan kan dat verlies getemperd worden: de liberale en socialistische families kunnen het verlies dan beperken tot elk drie zetels in plaats van vier.
Een federale kieskring zonder quota zou, op basis van de uitslag van 25 mei, de traditionele partijen verzwakken, terwijl de N-VA stabiel blijft. Dat komt neer op een relatieve winst voor de N-VA. De belangrijkste redenen voor dat resultaat zijn vrij technisch. Het is toe te schrijven aan het feit dat in Franstalig België meer kleine partijen opkomen, dat er meer blanco gestemd wordt en dat in een federale kieskring geen vast aantal zetels per provincie wordt toegekend. Combineer die factoren met het heterogene kiespatroon in Franstalig België, waarbij sommige provincies blauw kleuren en andere rood, en het is duidelijk dat de traditionele Franstalige partijen benadeeld zijn als één federale kieskring wordt ingevoerd. Vandaar dat het mogelijk is dat de N-VA een dergelijk voorstel zou steunen.
Maat het gaat om een simulatie. Als er een nieuw kiesstelsel komt, passen de politieke partijen hun gedrag aan. Voor de Franstalige partijen betekent dat in de eerste plaats dat ze de kleinere partijen aan zich gaan willen binden en zo veel mogelijk blanco stemmen trachten te vermijden. Dat zijn op zich al twee democratische doelen.
Deze tekst verscheen eerst als opiniestuk bij De Tijd.