Zowel voor allochtonen als voor vrouwen is er meer nodig dan harder je best doen. Ook de omgeving waarin ze moeten presteren is toe aan verandering.
De overheid gaat ervan uit dat vrouwen in de politiek en het bedrijfsleven minder kansen krijgen dan mannen. Daar zijn goede redenen voor. Vrouwen doen nog steeds meer zorgtaken in het gezin, waardoor er minder tijd is om een carrière uit te bouwen. Vrouwen blijven ook langer thuis als er een kind geboren wordt, wat best lastig kan zijn voor een bedrijf om die afwezigheid op te vangen. En de politiek was tot voor kort nog een vrij exclusief clubje van blanke mannen. Dergelijke clubjes kunnen de neiging hebben om enkel soortgenoten toe te laten.
Dat leidt tot minder kansen voor vrouwen. Sommige vrouwen getuigen dan ook dat ze harder hun best moeten doen dan hun mannelijke collega’s om even ver te geraken in hun carrière. En dat is dan ook het advies dat individuele vrouwen moeten krijgen: weet dat er in de wereld vrouwendiscriminatie is. Als individuele vrouw kan je daar weinig tegen beginnen. Dus is het niet onwaarschijnlijk dat je als vrouw harder moet werken dan een man om even ver te geraken.
Zo zit onze wereld nu eenmaal in elkaar. Maar het is ook onaanvaardbaar. Dus naast het advies voor individuele vrouwen dat ze wellicht harder zullen moeten werken dan mannen, is het ook de plicht van de overheid om maatregelen te nemen om de kansen gelijker te maken. En dat heeft de overheid ook gedaan.
Quota
En hoe! Ze is er niet voor teruggeschrokken om een paardenmiddel in te zetten tegen deze discriminatie, door quota in te stellen voor politieke kieslijsten en voor de raden van bestuur van bedrijven. Een ingrijpende maatregel, met misschien ook perverse neveneffecten. Toch vindt de overheid vrouwendiscriminatie blijkbaar dermate belangrijk dat ze potentiële, perverse neveneffecten er voor lief bijneemt.
Exact dezelfde redenering geldt voor allochtonen, die gemiddeld meer met armoede en discriminatie te kampen hebben. Ook hier moet het spijtige advies aan de individuele allochtoon luiden dat hij of zij wellicht harder zal moeten werken dan autochtonen om even ver te geraken. Armoede en racisme zorgen immers aantoonbaar voor minder kansen. Als individuele allochtoon kan je daar weinig aan veranderen. Het enige wat je als individu redelijkerwijze kan doen, is beter je best doen.
Onderwijsminister Hilde Crevits mag dus oproepen tot meer ouderbetrokkenheid bij allochtonen. En ook al zijn er cijfers die tonen dat die betrokkenheid even hoog is voor allochtonen als voor autochtonen, dan nog is het goed advies om méér ouderbetrokkenheid te vragen van allochtone ouders. Allochtone kinderen zullen het immers gemiddeld moeilijker hebben dan autochtone. Zo zit onze wereld nu eenmaal in elkaar.
Discriminatie
Maar ook hier is die realiteit onaanvaardbaar. Ook hier is het duidelijk dat het advies aan allochtonen om beter hun best te doen ingegeven is door het besef dat ze misschien gediscrimineerd zullen worden. En als de overheid een paardenmiddel nodig acht tegen vrouwendiscriminatie, waarom dan ook geen paardenmiddel tegen ongelijke kansen door armoede en racisme?
Zelf pleit ik niet voor quota, net omdat ik vrees voor de perverse neveneffecten. Het punt dat ik wil maken, is dat de overheid de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek en in de bedrijfstop niet aan de individuele vrouwen toeschrijft. De overheid zegt niet: vrouwen moeten beter hun best doen en wat meer betrokken zijn bij het bedrijfsleven en de politiek, en dan komt het wel goed. Integendeel, ze legt de politiek en het bedrijfsleven verplichtingen op omdat ze aanneemt dat minstens een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid van de lagere vrouwenvertegenwoordiging daar ligt.
Die redenering moet worden doorgetrokken naar mensen die in armoede leven of geconfronteerd kunnen worden met racisme. Meer nog, mij lijkt het waarschijnlijk dat ongelijke kansen door armoede en racisme belangrijker zijn dan vrouwendiscriminatie.
De titel van deze column is dan ook bedoeld als provocatie van de lezer. Dat is toch mijn hoop, omdat het zou aantonen dat ook u vindt dat er meer nodig is dan wat harder werken. Ook de omgeving moet veranderen.
Deze tekst verscheen eerst als column in De Tijd.