Beste cultuurwerkers,
De kersverse Vlaamse regering heeft deze week haar Septemberverklaring afgeleverd. Zoals verwacht en door sommigen gevreesd, zitten er heel wat besparingen in het regeerakkoord. En dus ook voor de cultuursector: jullie sector zou ongeveer 5 procent van zijn subsidies verliezen.
De reactie is weinig verrassend. Om het met een understatement te zeggen: jullie betreuren deze besparingen. De Morgen volgt jullie en ging gisteren in overdrive, met de volledige voorpagina gewijd aan de besparingen in de cultuursector en een apart katern met krantentitels als ‘There will be blood’ en ‘Paniek op de bühne’.
Deze reacties zijn te begrijpen: de overheidsfinanciering wordt verminderd voor de activiteiten waar jullie met hart en ziel voor werken; activiteiten die wellicht vaak veel verder gaan dan louter een job. Het lijkt alsof de maatschappij, of toch een meerderheid ervan, plots jullie werk met 5 procent minder waardeert.
Maar dat lijkt me een misvatting. Een beleid dat minder cultuursubsidies geeft, hoeft niet noodzakelijk een beleid te zijn dat cultuur minder waardeert. De reden hiervoor is eenvoudig: niet alles wat waardevol is, moet gesubsidieerd worden.
Meer nog, de bereidheid van individuele mensen om tijd of geld te besteden aan bepaalde zaken, is net een bewijs dat mensen iets waardevol vinden. Niemand wordt verplicht om een reisje naar New York te maken of zich culinair te verwennen, maar velen doen het toch, ook al kost dat tijd en geld. Het is verrijkend of gewoon leuk om te doen. En dus willen mensen hier vrijwillig voor betalen, ook al wordt het niet gesubsidieerd en betaalt men ‘de volle pot’.
Het waardevolle karakter van een activiteit is dus geen voldoende voorwaarde om subsidies te geven. Die zijn pas verantwoord als er andere voorwaarden vervuld zijn. Voor cultuur wordt dit vaak verantwoord door te wijzen op de maatschappelijke baten van cultuur, namelijk de baten die de niet-gebruiker van cultuur heeft doordat iemand anders wel cultuur consumeert. Om het eenvoudig te stellen: welke baten heb ik als mijn buurman naar experimenteel theater gaat?
Verkeerd protest
De stelling dat cultuur maatschappelijke baten heeft, mist een degelijke theoretische en empirische onderbouwing. Dat wetenschappelijk bewijs is er wel en overvloedig voor andere domeinen die de overheid subsidieert, zoals onderwijs, infrastructuur, bestrijding van kinderarmoede, publieke gezondheid, of innovatie. Het ontbreken van wetenschappelijk bewijs kan misschien verklaard worden omdat de maatschappelijk baten moeilijk meetbaar zijn. Maar dat kan geen reden zijn om wél subsidies te geven. Iedereen kan dan immers beweren dat zijn project maatschappelijke baten heeft, maar helaas is dat moeilijk meetbaar. Dan kan men evengoed reisjes naar New York subsidiëren.
Het protest van de cultuursector is volgens mij dan ook verkeerd gericht. Als jullie overtuigd zijn dat de maatschappelijke baten er wel zijn, waarom dan niet pleiten voor meer peer-reviewed wetenschappelijk onderzoek naar die baten? Als die er overduidelijk zijn, komt dat wel naar boven in een objectief en goed gevoerd onderzoek.
Een ander piste is cultuureducatie. Bepaalde vormen van cultuur hebben een hogere drempel dan andere, waardoor het enige kennis of gewoonte vraagt om die minder toegankelijke kunst te appreciëren. Dat vraagt cultuureducatie van kinderen en jongvolwassenen, zodat ze, eens volwassen, tenminste weten wat er allemaal in het aanbod zit. Op die manier kunnen ze dan als volwassene zelf goed geïnformeerd kiezen of en welke cultuur voor hen waardevol is. Waarom niet de lagere cultuursubsidies voor volwassenen aanvaarden, maar tegelijk pleiten voor meer cultuursubsidies voor jongeren? Op die manier wordt er geïnvesteerd in de toekomstige cultuursector.
Tot slot en bovenal, beste cultuurwerkers, toon dat cultuur waardevol is voor mensen. Toon dat mensen tijd en geld willen spenderen aan de activiteiten die jullie met hart en ziel bedenken en uitvoeren. Heb geen schrik om de toegangsprijzen wat te verhogen om zo de verloren subsidies te compenseren. Heb wat meer vertrouwen in de mens: voor kwaliteit komen we wel uit onze zetel komen en willen we zelfs betalen. Aan jullie om te zorgen dat het goed gespendeerd geld is. En ik denk niet dat een beperkte prijsverhoging zal leiden tot het massaal afhaken van jullie publiek. Daarvoor is de kwaliteit die jullie leveren veel te goed. Ja, toch?
Hartelijke groet,
Andreas Tirez
Deze tekst verscheen eerst als opiniestuk in De Morgen.