België wordt nooit een ‘Belgistan’

Er is geen grond voor de ‘culturele angst’ dat moslims ons land zullen overnemen, zegt Andreas Tirez. Hun aantal mag verdriedubbelen, ze blijven nog ruim een minderheid. In onze liberale democratie, met individuele grondrechten, kan bovendien minderheid noch meerderheid haar levensstijl opdringen.

In zijn veelbesproken openingscollege aan de Universiteit Gent had Bart De Wever (N-VA) het over de ‘culturele angst’ voor het grote aantal vluchtelingen die naar Europa en België komen, vluchtelingen die voornamelijk uit moslimlanden afkomstig zijn. Het is de angst voor een dreigende islamisering van onze samenleving.

In veel conversaties over vluchtelingen schemert die angst door. Een angst dat onze levensstijl weggedrukt zal worden. Een angst dat vrouwen in de toekomst geen gelijke rechten zullen genieten en dat onze meningsuiting beperkt wordt. Zo was er onlangs de discussie over de boerkini: als we de boerkini toelaten, hoelang nog vooraleer vrouwen niet meer in bikini naar het zwembad mogen? (DS 24 september)

Die angst, hoewel reëel en misschien begrijpelijk, is onredelijk, zoals ook Bart De Wever opmerkte in zijn lezing. Uit een internationale peiling uit 2014 blijkt dat Belgen denken dat 29 procent van de Belgen moslim is. In werkelijkheid zijn het er vier keer minder: zo’n 6 tot 7 procent. Ook in andere Europese landen wordt het aantal moslims sterk overschat, maar zelden zo sterk als in België.

Het aantal moslims mag zelfs verdubbelen of verdriedubbelen, dan nog zijn ze nog lang niet in de meerderheid. ‘De moslims’ gaan hun wetten hier niet kunnen stellen. Daarbij betreft het een groep die sociaaleconomisch gemiddeld niet sterk staat en dus politiek en economisch ook minder zwaar weegt. En belangrijker, de groep moslims is geen monolithisch blok. Het zijn mensen die net zo heterogeen – zo niet heterogener – zijn dan de autochtone bevolking. Misschien zijn ze door de band genomen conservatiever dan de gemiddelde Vlaming, maar ongetwijfeld zijn er ook veel moslims zeer liberaal en progressief.

Grondrechten

Er is helemaal geen grond voor de ‘culturele angst’ die hier leeft. Onze vrijheden blijven gevrijwaard en zullen niet wettelijk beperkt worden door moslims, alleen al omdat ze ruim in de minderheid zijn.

Die vrijheden kunnen trouwens ook niet aangetast worden door de blanke meerderheid. Ons systeem is niet zomaar een democratie, maar een liberale democratie. Dat betekent dat de liberale grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, onvervreemdbare rechten zijn: niemand kan die van je afnemen, zelfs geen meerderheid in het parlement. Dat was een essentieel principe dat het Amerikaanse Hooggerechtshof volgde bij zijn recente uitspraak over het homohuwelijk: ‘fundamentele rechten mogen niet onderhevig zijn aan een stemming; ze zijn niet afhankelijk van de uitslag van verkiezingen’.

De essentie van onze cultuur is net die liberale democratie met haar individuele grondrechten. Ze beschermt geen bepaalde levensstijl, omdat ze daar geen keuze wil in maken. Ze beschermt wel de mogelijkheid dat iedereen die keuze zelf kan maken.

Dat essentiële kenmerk van onze samenleving, dat er onvervreemdbare grondrechten zijn, is onvoldoende gekend. Dat blijkt bij de zogenaamde verdedigers van onze cultuur die pleiten voor een boerkiniverbod, omdat het de meerderheid zou storen. Ze beseffen niet dat je net tegen onze cultuur ingaat als je individuele vrijheden wil beperken omdat de meerderheid dat wil. Zelfs met de steun van een ruime meerderheid zal een dergelijk verbod nooit standhouden in onze liberale democratie. Een rechtbank zal die wet ongeldig verklaren, omdat er geen ernstige juridische argumenten voor zijn, zoals Jogchum Vrielink en Herman Van Goethem duidelijk maakten in hun opiniestuk (DS 5 oktober).

Halal maaltijden op school?

Dat betekent niet dat we blind mogen zijn voor de concrete samenlevingsvragen die er zijn. Wat doen we met de vraag om gescheiden zwemuren voor mannen en vrouwen? Wat met de vraag voor halal maaltijden op school? Wat met islamitische en katholieke feestdagen? Of wat met het beledigen van een godsdienst of godsdienstige figuur? Die conflicten komen sneller naar boven in een stedelijke context waar de concentratie van moslims vaak groter is.

Ze moeten, geval per geval, onderzocht en opgelost worden binnen het kader van de liberale democratie. De leidraad daarbij is dat de grondrechten van iedereen zo veel mogelijk moeten gevrijwaard blijven, zonder dat er een keuze gemaakt wordt welke levensstijl de beste is.

Het betekent ook dat we ons vragen moeten stellen bij bepaalde praktijken die nog resten uit het verleden, zoals het financieren van godsdienst met belastinggeld, of de onmogelijkheid om geen godsdienst op katholieke scholen te krijgen, hoewel die door de overheid gefinancierd worden. Ook zoiets als de negationismewet en de wet op het seksisme moeten op hun liberaaldemocratische merites geëvalueerd worden.

Op die manier blijven we trouw aan de liberale democratie, misschien wel de belangrijkste westerse verwezenlijking ooit. Het is een samenlevingsvorm die superieur is aan alle andere vormen. We moeten daar trots op zijn en ze met vuur verdedigen. En we moeten niet vrezen dat die door de kleine moslimminderheid zal worden aangetast, als ze dat al zouden willen.

Deze tekst verscheen eerst als column in De Standaard (met als titel: “België is nog lang geen ‘Belgistan'”).

Leave a Reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.