De aanslagen van afgelopen vrijdag verschillen in minstens twee opzichten van de aanslag op Charlie Hebdo op 7 januari. Het doel van de aanslag op Charlie Hebdo was gericht op een magazine dat gespot had met de islam, en de terroristen zagen hun aanval als een vergelding. Vrijdag ging het om een aanslag op willekeurige mensen, zonder enige link met een strijd tegen de islam. Ook de schaal verschilt, omdat nu meerdere doelwitten tegelijk werden geviseerd en er veel meer slachtoffers vielen. Het resultaat kon nog bloediger geweest zijn, mocht de aanslag nabij het Franse nationale voetbalstadion gelukt zijn.
Toch hebben de twee aanvallen een gemeenschappelijk kenmerk. Ze zijn gericht tegen het westerse staatsbestel: de liberale democratie met haar individuele vrijheden. Onze strategie moet daarom, boven op het zo veel mogelijk garanderen van onze veiligheid, gericht zijn op het verdedigen van onze liberale democratie. Niet enkel in woorden, ook in daden.
Na de aanslag op Charlie Hebdo, gericht op de vrije meningsuiting, heb ik er hier voor gepleit het dragen van een hoofddoek zo veel mogelijk toe te laten – als niet aangetoond kan worden dat hij onder druk wordt gedragen. De hoofddoek is dan immers een vrije uiting van een mening, zij het een religieuze. Zo kunnen we, zoals filosoof Patrick Loo-buyck het stelde, duidelijk maken dat de liberale democratie niet tegen de islam is, maar voor de vrijheid voor elk individu, dus ook voor moslims. Het gaat dan om het winnen van de ‘hearts and minds’ van iedereen die hier leeft door duidelijk te maken dat we in een open samenleving leven.
In die open samenleving leggen de machthebbers niet op wat iemand moet doen of denken, zolang die de vrijheid van anderen niet beperkt. De liberale democratie is dan ook een samenleving waar de machthebbers bescheiden zijn en erkennen dat ze niet weten hoe je het goede leven moet leiden. En dus wordt elk individu zo veel mogelijk de vrije keuze gelaten.
Die bescheidenheid van de machthebbers is essentieel en moet onbescheiden verdedigd worden. Niemand kan individuen onnodige keuzes opleggen! Daarin verschillen we radicaal van totalitaire systemen zoals het fascisme en het religieuze fundamentalisme, die wel denken te weten hoe elk individu zich moet gedragen, denken en kleden.
Die onbescheidenheid – de stelling dat niemand anderen onnodige keuzes kan opleggen – mondt uit in individuele grondrechten die elk individu zo veel mogelijk vrijheid geven. Door die onbescheidenheid trappen we ook niet in de val van het relativisme. Alle culturen of samenlevingen zijn aan elkaar gelijk, ja dat klopt, op voorwaarde dat ze zo veel mogelijk vrijheid nastreven voor elk individu. En de liberale democratie doet net dat; ze is dan ook superieur aan gelijk welk ander staatsbestel. Ze is het eindpunt in de geschiedenis, althans als idee.
Dat betekent ook dat een liberale democratie de zelfverzekerdheid moet hebben om mensen die de democratie daadwerkelijk afwijzen, te veroordelen. Strijders die zich bij IS aansluiten, horen daarbij. Het gaat hier om individuen die zelfs hun leven willen geven voor de gruwel van IS. Met de recente uitbreiding van de terreurwetgeving is dat strafbaar geworden.
Sommigen willen nog een stap verder gaan en Belgische IS-strijders de Belgische nationaliteit afnemen. Op die manier kunnen ze niet meer terugkeren om deel te nemen aan onze maatschappij. Ik denk meer en meer dat dat standpunt te verdedigen is. Iemand die ons superieure staatsbestel afwijst en zich aansluit bij een regime dat ons staatsbestel zelfs met blinde terreur bestrijdt, mogen we uitsluiten.
Bovendien vormen IS-strijders die terugkeren een veiligheidsrisico. Niet iedere teruggekeerde Syriëstrijder is een terrorist, maar het risico is wel veel hoger dan bij iemand die gewoon in België blijft.
Deze tekst verscheen eerst als column in De Tijd.