Overheid verdient meer aan hoger onderwijs dan hogergeschoolde

Door de besparingen van de nieuwe Vlaamse regering zal het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs stijgen met 270 euro naar 890 euro per jaar. Voor beursstudenten blijft het inschrijvingsgeld nagenoeg gelijk op 105 euro.

In de discussie over de rechtvaardigheid van de verhoging van het normale studiegeld argumenteerden sommigen dat de overheid nu veruit het grootste deel van de kosten betaalt van de opleiding. Zo zou de directe kost van een universitaire opleiding voor de overheid gemiddeld ongeveer 12,000 euro per jaar bedragen;  met het huidige inschrijvingsgeld van 600 euro betaalt de student dus slechts 5% van deze kost, terwijl een hoger diploma toch een hoger inkomen oplevert voor de hooggeschoolde. Deze zou dus wat meer mogen bijdragen, zo luidt de redenering.

Dit is echter een beperkte analyse van de kosten. Een student heeft meer kosten dan enkel het inschrijvingsgeld: er is ook de opportuniteitskost van de gemiste inkomsten tijdens de opleiding. Dat bedrag kan aardig oplopen. En het klopt dat een hogergeschoolde later meer verdient, maar ook de overheid verdient hierop via de progressieve inkomstenbelasting en de sociale bijdragen; in België roomt de overheid meer dan de helft van dat hogere inkomen af.

De Oeso heeft de kosten en baten voor de (geslaagde) student en de overheid berekend (pdf vanaf pg 167). De figuur hierbij geeft de netto geactualiseerde waarden voor België. De cijfers gelden voor 2010, dus vóór de verhoging van het inschrijvingsgeld. Hieruit blijkt verrassend dat de kosten voor de student hoger zijn dan die voor de overheid: bijna 40,000 euro voor de student, vooral bepaald door misgelopen inkomsten uit arbeid tijdens de opleidingsjaren. Voor de overheid is de kost slechts 34,000 euro. Ook hier wordt gerekend met gederfde inkomsten, namelijk de belasting die de niet-student moet betalen op zijn inkomen.

kostenbatenHO

Maar ook verrassend zijn de baten: de overheid in België verdient gemiddeld gezien meer aan iemand met een diploma hoger onderwijs dan de persoon in kwestie zelf: 170,000 euro voor de overheid, vooral door hogere belastingsinkomsten en sociale bijdragen; de persoon met het hoger diploma wint er netto bijna 118,000 euro bij. De overheid neemt dus ongeveer 60% van de gegenereerde winst voor haar rekening, terwijl die ook nog eens minder kosten maakt.

Voor de overheid lever dit een gemiddelde IRR op van 15%; voor de hogergeschoolde is dat 12% of 3 procentpunten minder. Er zijn in het lijstje van de Oeso maar drie landen waarbij het verschil in rendement van de overheid tegenover dat van de privé-persoon groter is dan 3 procentpunt. In de meeste landen is het rendement voor de privé-persoon zelfs hoger dan dat voor de overheid. Niet voor België dus. Eén van de redenen waarom het rendement voor de overheid zo hoog is, komt juist door de hoge en progressieve inkomensbelasting in België.

Op basis van deze cijfers lijkt het onrechtvaardig om het studiegeld voor de Belg te verhogen: de hogergeschoolde betaalt de kosten die de overheid moet maken ruimschoots terug door de hoge belastingen en sociale bijdragen die hij of zij zal betalen. Bovendien zijn de baten voor de overheid nog onderschat: hogergeschoolden betalen niet enkel meer belastingen, maar zouden de samenleving ook minder kosten voor wat betreft gezondheidszorg en criminaliteit.

Investeren in hoger onderwijs heeft op basis van deze cijfers duidelijk een positieve externaliteit en dus zou hoger onderwijs meer gestimuleerd moeten worden; een verhoging van het inschrijvingsgeld lijkt niet de aangewezen manier.

Tot slot nog een bedenking bij deze cijfers. Belastingen heffen om hoger onderwijs te financieren heeft ook een verstorend effect op de economie. Die verstoring genereert kosten die hier niet meegerekend zijn. Echter, gezien de hoge winst voor de overheid en de hogergeschoolde vermoed ik dat deze kosten ruimschoots gecompenseerd zullen worden.

Deze column verscheen eerst in De Tijd.

7 thoughts on “Overheid verdient meer aan hoger onderwijs dan hogergeschoolde

  1. Permalink  ⋅ Reply

    jeroen

    October 30, 2014 at 9:31pm

    ik ben geen econoom, maar zou je eigenlijk niet de marginale opbrengst moeten bekijken als je iets wil zeggen over de wenselijkheid van het “verder stimuleren” van HO? het is toch niet noodzakelijk zo dat de baat van een extra student gelijk is aan de gemiddelde baat van alle huidige studenten samen? die baat kan op een bepaald punt in de expansie toch ook weer afnemen, ten eerste omwille van overscholing (er zijn geen onbeperkt aantal jobs voor hooggeschoolden), ten tweede omwille van selectie-effecten (als je ervan uitgaat dat HO recruteert bij de meest begaafden, neemt de gemiddelde begaafdheid bij verdere expansie ook af). die laatste selectie bias impliceert trouwens ook dat het rendement van HO overschat zou kunnen zijn: de betere arbeidsmarktpositie van afgestudeerden HO is deels het gevolg van de in het HO verworven competenties maar wellicht ook deels functie van hun hogere initiële “begaafdheid” (in brede zin: IQ, motivatie, …)? zie bv. ook het erg lezenswaardige http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo/projecten/2006/0603/Samenvatting%20en%20beleidsaanbevelingen_0603.pdf, pagina 7. tot slot: het zou volgens mij ook nuttig zijn om baten voor verschillende studierichtingen uit elkaar te halen, want er zijn ook binnen onderwijsniveaus (zowel op secundair als op tertiair vlak) wellicht wel behoorlijke verschillen in de ROI.

  2. Permalink  ⋅ Reply

    Koenfucius

    October 31, 2014 at 7:16am

    Ik denk dat er twee zaken door elkaar gehaald worden.

    1. Door de hoge belastingdruk komt een groot deel van het surplus als gevolg van het hogere diploma terecht in de staatskas. Men kan dus argumenteren dat het maar billijk is dat de overheid ook het leeuwendeel van die hogere opleiding voor zijn rekening neemt, en dat het verhogen van het inschrijvingsgeld voor de student een relatief onfaire maatregel is. (Als men echter zou uitgaan van de veronderstelling dat door deze verhoging de inkomstenbelasting navenant lineair zou verlagen, dan zullen de hoge inkomens, waarin personen met een hoger diploma vooral worden aangetroffen, daar de grootste baat uit halen, dus de geplaagde student HO komt er nog niet zo slecht uit).

    2. Het gedeelte van het surplus dat als inkomstenbelasting wordt geheven wordt als een “baat” voor de overheid beschouwd. Dat is een beetje kort door de bocht: een belasting is een transfer, en levert op zichzelf geen baten op. De baten spruiten voort uit de hogere productiviteit van de houder van het hogere diploma. De proportie daarvan die door de staat wordt afgeroomd is arbitrair.
    Of het eindresultaat daarvan meer positief is, is nog maar de vraag. Dat hangt af van de productiviteit waarmee dat surplus wordt besteed. Kan de overheid de 50% die ze heft op dat surplus beter (dwz leidend tot een hogere economische productie) besteden dan de burger die dat bedrag heeft verdiend? Dat is lang niet zo zeker. En dan wordt nog geen rekening gehouden met de invloed die die belasting heeft op de productie van de hoger gediplomeerde. Het is best mogelijk dat die meer zou produceren, ware het niet voor de negatieve prikkel die een aanslagvoet van 50% vertegenwoordigt.

    De bevindingen van OESO zijn absoluut geen eenduidig pleidooi voor een lager inschrijvingsgeld en een hogere inbreng van de staat. Ze kunnen net zo goed geïnterpreteerd worden als een pleidooi voor de verlaging van de hoge belastingen op de inkomens van hoger gediplomeerden (en een parallelle verhoging van het inschrijvingsgeld).

    • Permalink  ⋅ Reply

      ix

      November 10, 2014 at 6:22pm

      Daar zit iets in, maar enkel indien de hogere belastingen na je studies schadelijker zouden zijn dan het hogere inschrijvingsgeld. Gezien de lage werkloosheid bij hoogopgeleiden en de problemen met de instroom in het hoger onderwijs (vanuit de lagere middenklasse en minderheden) lijkt me dat we hier eerder met het omgekeerde te maken hebben.

  3. Permalink  ⋅ Reply

    Kurt

    October 31, 2014 at 9:48am

    Koen, wat mij betreft moet de overheid in puntje 2 niet perse een hogere economische productie nastreven wanneer ze belastingen heft.

    Vanuit utilitaristisch perspectief neem je van de rijkere hoogopgeleide een deel middelen weg, hetgeen zijn “nut” vermindert. Dat deel je dan uit aan andere mensen, bijv. laagopgeleiden, wiens “nut” vermeerdert. Aangezien nutsfuncties concaaf zijn is het een redelijke veronderstelling dat je met die transfer het netto “nut” of “geluk” in de maatschappij hebt verhoogt. En het kan zelfs zijn dat dat meer dan genoeg een eventueel negatief effect op de productie compenseert.

    Wat mij betreft kan je dus niet per se zeggen dat de negatieve baat van de hoogopgeleide exact wordt gecompenseerd door de positieve baat van de overheid, zodat er netto geen baten ontstaan.

  4. Permalink  ⋅ Reply

    larmuseau

    November 1, 2014 at 12:00am

    Bekijk het zo:
    wat een onderwijzer netto verdient is in principe voor de overheid de netto kostprijs voor het organiseren van het onderwijs
    een onderwijzer met 20 studenten in een klas kost de overheid netto 25.000euro, of 1025euro per jaar.

    een middelbare onderwijzer doceert slechts 10studenten, omdat hij maar amper 18u les moet geven halveert zijn toegevoegde waarde Derhalve kost een student daar 2100euro pe rjaar

    in een hogere opleiding kan een professor netto 50.000euro verdienen, krijgt de student een 10tal cursussen, op 80 studenten, en kost de student in principe 6250euro per jaar

    Ik vind persoonlijk dat een dienstverlening van de overheid, hoe je dit ook bekijkt tot 30% van de nettokostprijs mag doorgerekend worden aan de burger. Ze noemen dit responsabiliseren dacht ik

  5. Permalink  ⋅ Reply

    paul

    November 2, 2014 at 12:10pm

    nog een idee:
    waar is de incentive om het onderwijs efficienter teorganiseren.
    Stel u voor dat school A, het onderwijs door grote opschaalde klassen organiseert voor 300euro per jaar, en school B door gebrek aan marktgerichte werking allerlei opleidingen organiseert arato van 1000euro per jaar schoolgeld. Dan is voor mij duidelijk dat het responsabiliseren door bvb 30% van het nettoloon van de som van de proffen door te rekenen aan de studenten, ervoor kan zorgen dat scholen zich ofwel gaan storten op niches

  6. Permalink  ⋅ Reply

    paul

    November 2, 2014 at 12:20pm

    ofwel kunnen scholen zich inderdaad meer marktgericht orienteren op opleidingen die laagdrempelig kunnen georganiseerd worden. Stel dat je in school A een onderwijsdiploma kunt versieren voor 200euro/jaar x 3 = 600euro. Ze realiseert dit doordat ze gewoonweg grotere klassen heeft, moderne filmmateriaal op de server zet waar opleidingen via videocamera kunnen gestreamd worden, en interactieve cursussen waar mensen online examen kunnen afleggen en zo bewijzen dat ze mee zijn… Dan kan ik mij toch inbeelden dat opleiding een serieuze quantum leap sprong kan maken door op die manier het onderwijs te moderniseren. Waarom zou je nu als overheid dit macroeconomisch voordeel niet gaan zoeken, zodat iedereen vanaf nu ook kijkt naar het inschrijvingsgeld als criterium voor efficientie van opleiding, en zo iemand het inefficiente pad wil volgens is dat inderdaad zijn keuze. Uiteindelijk levert de meest efficiente hoge school opgeleide mensen af arato van een fractie van huidige kostprijs over gans het land gemiddeld. EN het heeft geen zin om opleidingen te organiseren voor beroepen die niemand nog wil volgen of waar tijdelijk geen interesse voor bestaat, of waar de toekomstige toegevoegde waarde niet meer bestaat. Die opleidingen zullen verdwijnen, of tijdelijk op hold gezet worden. Je moet toch geen cursussen organiseren om proffen tewerk te stellen, maar cursussen die onze economie als geheel kunnen sturen naar een efficienter punt.
    Het socialistische dilemma dat opleidingen te duur worden, zou door deze marktwerking ook verdwijnen…

Leave a Reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.