De voorspellingen over de Europese economie zijn gunstig. De economische groei zou dit jaar verdubbelen tegenover 2005 en ook de bedrijfswinsten blijven stijgen. De hardwerkende Vlaming verwacht echter een loonsverhoging om zo een deel van de koek te krijgen. En die eis lijkt legitiem. Toch zegt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), met het oog op de loonsonderhandelingen van het najaar, dat er geen ruimte is voor een loonsverhoging. De loonkosten zijn te hoog, aldus het VBO. Meer nog, onze concurrentiepositie staat onder druk omdat de voorbije jaren de Belgische loonkosten sneller stegen dan in de buurlanden.
Het is een sterk signaal van het VBO. Bij de hardwerkende Vlaming komt dit echter over alsof de bedrijfsleiders alleen maar meer winst willen maken en alsof ze de werknemers niets willen gunnen. Meer winst voor bedrijven, maar minder loon voor werknemers en dat gewoon uit hebzucht van de bedrijfsleiders: is het echt wel zo cynisch?
We leven in een wereld die gekenmerkt wordt door globalisering. Dat weten we onderhand wel, maar de gevolgen worden niet altijd even goed onderkend. Globalisering zorgt ervoor dat de verschillende markten beter met elkaar verbonden worden. Bekijken we een economisch model met arbeid en kapitaal als productiefactoren. De Europese Unie heeft relatief meer kapitaal dan arbeid in vergelijking met bijvoorbeeld China. De economische theorie zegt nu dat door globalisering het kapitaal in de EU beter zal beloond worden; in China zal de arbeid beter beloond worden.
De reden hiervoor is vrij gemakkelijk in te zien als je je de situatie voorstelt van vóór de globalisering. De ratio kapitaal/arbeid is in Europa groter dan in China, dus zal kapitaal in Europa relatief minder goed vergoed worden dan in China (kapitaal wordt vergoed onder de vorm van rente). Dat komt door vraag en aanbod: als er ergens relatief veel van is (zoals kapitaal in de EU, arbeid in China) dan zal het relatief weinig worden betaald; als er ergens relatief weinig van is (zoals arbeid in de EU, kapitaal in China) dan zal het relatief beter vergoed worden. Als je vervolgens deze twee markten met elkaar gaat verbinden dan zal de vergoeding van arbeid en kapitaal op de twee markten op termijn hetzelfde zijn, aangezien het één markt geworden is.
Met andere woorden, het kapitaal dat in de EU onvoldoende vergoed wordt zal naar China wegvloeien. Dit betekent dat er in de EU een vermindering van kapitaal is, wat de prijs doet stijgen; tegelijkertijd zal de prijs van kapitaal in China dalen, omdat er meer kapitaal aanwezig is. Er zal vanuit de EU een kapitaalvlucht zijn naar China tot het niet meer de moeite loont om met uw kapitaal te gaan vluchten. En dat is het geval wanneer de prijs voor kapitaal op de twee verbonden markten gelijk is. Hetzelfde verhaal is er voor de arbeid, maar dan omgekeerd.
Bedrijven die in de EU hun kapitaal niet beter vergoeden dan vroeger, zullen dus moeite hebben om dat kapitaal aan te trekken of te behouden. De bedrijven moeten dus meer winst maken om aan die hogere eisen te kunnen voldoen. In China, daarentegen, zullen de bedrijven hogere lonen moeten betalen. De keerzijde is dat de lonen in Europa onder druk komen te staan. En dat is exact wat we nu merken.
Men kan dus stellen dat werknemers in de EU relatief meer verliezen bij globalisering. Maar, en nu komt het, in het algemeen wint de EU: als je de winst voor het kapitaal en het verlies voor de arbeiders bijeentelt, heb je nog steeds een positief effect door globalisering. En in China geldt hetzelfde, dus door globalisering gaat de wereld er in zijn geheel op vooruit. De reden hiervoor is dat arbeid en kapitaal efficiënter kunnen gebruikt worden wat de productie en dus de welvaart ten goede komt. Er zijn dus winnaars en verliezers, maar wat de winnaars winnen is groter dan wat de verliezers verliezen.
In Europa leven we echter in een democratie en daar bepaalt de meerderheid wat er gebeurt. En die meerderheid bestaat vooral uit werknemers, en niet uit kapitaalverschaffers. De werknemers zouden dus wel eens kunnen ijveren voor protectionisme, wat in hun geval het enige rationele is wat ze kunnen doen. Tenzij… ze ook de vruchten kunnen plukken van de globalisering. Want het is duidelijk: globalisering is in totaliteit positief. Om de steun van de werknemers in de EU te krijgen zodat globalisering niet wordt afgeremd, moeten er herverdelingsmechanismen opgezet worden om de winsten van het kapitaal beter te verdelen. Dit kan op veel manieren gebeuren, bijvoorbeeld door werknemers te stimuleren tot participatie in kapitaal. De fiscale stimulans die de overheid geeft voor pensioensparen is hier een concreet voorbeeld van en verdient alle lof.
Participeren in kapitaal is nooit zonder risico, maar daar zijn twee kanttekeningen bij. Ten eerste, het leven van de loonarbeider heeft ook niet meer de zekerheid van weleer. En, ten tweede, het voordeel van kapitaalparticipatie is de onbeperkte keuze in de hoeveelheid dat je participeert en onder welke vorm. Men kan gemakkelijk een portefeuille samenstellen dat bij elk soort profiel past: van zeer dynamisch tot zeer voorzichtig. Waar een vrije markt allemaal niet goed voor kan zijn…
Het bovenstaande kan een insteek zijn voor het komende loonoverleg tussen vakbonden en werkgevers. Belangrijker zijn de politiek-ideologische consequenties: globalisering moet niet bestreden worden, maar omarmd worden. Het is geen ontwikkeling die perfect is; er is namelijk bijsturing nodig, maar het eindresultaat is positief. Liberales kan een voortrekkersrol spelen in deze belangrijke discussie. Zij is de ideologie bij uitstek om globalisering te promoten die gepaard moet gaan met herverdelingsmechanismen en stimulansen tot kapitaalparticipatie. Vrijheid en solidariteit zijn volgens Liberales immers perfect te combineren en dat is net wat we nodig hebben.
Deze column verscheen eerst op Liberales